eten

ik ben gelijk een foodie

eten

Geef paella een kans.

U weet dat ondertussen ongetwijfeld: op het eind van de zomer verlies ik mij een paar weken lang in tomaten. De recepten gaf ik al veel eerder, maar vandaag vertel ik u over dat ene recept waar het afgelopen jaar mijn halve voorraad passata aan opging. En het ziet ernaar uit dat het dit jaar niet anders zal zijn. Paella.

Er zijn veel misvattingen over paella. Dat het ingewikkeld is, veel werk, koken voor gevorderden. Maar dat is dus niet waar. Paella is:
(1) Mits enige truukjes bijzonder eenvoudig en snel
(2) Als u wat voorraad bijhoudt: bijna volledig te maken met wat in de kast/diepvries zit
(3) Helemaal van tevoren klaar te maken en dus ideaal bij bezoek of voor drukke dagen waarbij koken de avond voordien gebeurt (paella is nog lekkerder de volgende dag)
(4) Indrukwekkend en troostend. En indrukwekkend troostend. Altijd opnieuw.
(5) Altijd te veel. Dus ge kunt de volgende dag overschot eten!

Ik schreef het recept dit weekend uit voor de BFF, die niet zo vaak uitgebreid kookt maar nu bezoek had. Zowel zij als het bezoek waren er zeer van te spreken, dus ik dacht: ik blog het in één beweging ook. Dit recept is voor vier personen ongeveer. Flinke eters.

Nodig
– Rijst: ik gebruik Bosto Mediterraneo, paëlla- en risottorijst. Een pak van 500 gram is meer dan voldoende voor vier/vijf personen.
– Groenten: 2 rode paprika’s, een venkel, een grote ajuin, een grote kop diepvrieserwten. Soms voeg ik ook courgette toe, als ik dat liggen heb.
– Kruiden: knoflook, saffraan, provencaalse kruiden, kippenkruiden, bladpeterselie
– Vlees/vis: kippenboutjes (van die voorgebakken aperitiefhapjes, uit het versvak of de diepvries), chorizo (gewoon sneetjes), gerookte spekblokjes, diepvriesscampi. Allemaal: naar smaak. Je kan ze weglaten of vervangen door bijvoorbeeld gebakken oesterzwammen met look en pimenton als het veggie moet)
– Passata (de lekkerste die ge vindt. Als ge die niet zelf maakt: flink afkruiden!)
– Bouillon of bouillonblokskes. Ik gebruik kip, maar kan ook groenten natuurlijk.
– Boter en olijfolie
– Citroen

Voorbereiden
Ik werk in een grote wok, maar je kan ook een grote pan gebruiken, veronderstel ik.
Snij paprika, venkel en ajuin in repen. Aanstoven in olijfolie en kruiden met pezo. Na een paar minuten ook twee of drie fijngesneden teentjes look erbij en de diepvrieserwten. De spek en de chorizo erbij alles laten bakken terwijl je roert.
Ondertussen: een warme saus maken van half om half passata/water, met daarin een blokje kippenbouillon. Kruiden naar believen (pezo, provencaalse kruiden) en ook saffraan hierin oplossen. We zoeken een waterachtige tomatensaus met veel kruiden. De saffraan is een beetje naar smaak: ik doe daar twee zo’n potjes in, maar het mag ook minder.

Als de groenten wat zacht zijn: een klont boter in de pan erbij, de rijst erbij en die rijst glazig laten worden en wat laten bakken. Dat is belangrijk, anders wordt de rijst moeilijk gaar. Dan de saus erbij (je kan alles ineens doen, of de helft en dan bijscheppen). Laat een tien minuten sudderen en roer regelmatig. Proef ook en kruid bij indien nodig.
Doe alles in een ovenschotel. Bak scampi (ik kruid die met kippenkruiden) en voeg die toe aan rijst, met het bakvet erbij, dat zorgt voor extra smaak. Je kan ook de pan blussen met wat water en het aanbaksel ook toevoegen. Roer om en zet weg.

(Dit is wat ik normaal doe de dag van tevoren of ‘s ochtends om dan ‘s avonds te eten. Dat wil zeggen dat mijn paella koud is voor ik begin af te werken. Als je gewoon doordoet, dan mag de oven al warm zijn.)

Afwerken
Doe de kippenboutjes bij de ovenschotel, roer om en zet in de oven. Dan de oven aanzetten op 180 graden. Ik hou dat wat in de gaten: als het te droog wordt wat saus erbij, of water met een blokske kippenbouillon. Als het te nat is: oven hoger zetten. Je kan ook starten met aluminiumfolie over de schotel als de rijst al redelijk gaar is.
Timing: een 15-20 minuten nadat uw oven warm is geworden is het klaar. Proef van de rijst of hij gaar is.
Doe er peterselie over + serveer met citroenpartjes.

eten

Honger!

Kendet? Van die weken? Waarop uw agenda er zo uitziet:

Ik wel dus, want dat hierboven is een screenshot van mijn agenda, u had dat al door als goede verstaander. Nu november op zijn eind loopt, blijkt dat we hier met een serieus geval zitten van dat gedoe met hooi en een vork. Vandaar dat er niet veel tijd is om te bloggen, trouwens. Of om te slapen, dat ook.
Enig drama is mij niet vreemd, u weet dat ondertussen, maar bovenstaande screenshot is wel degelijk een toonbeeld van self-inflicted. Ik zal er u later eens over vertellen, als ik er een beter zicht op heb maar alvast dit: het is volledig eigen keuze. Dus ik ga er ook niet over zeuren.

Evenwel. Aan de vooravond van weken als deze ben ik ongelooflijk blij dat mijn lieve vriendin Kim een boek heeft geschreven. Ik heb u daar misschien al over verteld ooit. Sinds dat boek er is, kan ik op zondagavond Honger! kan openslaan en op vijf minuten mijn weekmenu maken.
Dat doe ik zo. Ik neem het hoofdstuk pasta, ik kijk in de lijst bij herfst en winter, en ik kies een pasta waar ik zin in heb. Maandag. Ik neem het hoofdstuk granen en rijst, ik kijk bij herfst en winter, kies en hopla dinsdag. Ik neem hoofdstuk groenten, ik…enfin u begrijpt ondertussen mijn punt.

Aaaaah. Rust in mijn hoofd. Niet nadenken over het eten een ganse week, en een boodschappenlijstje met maar 5 items erop: kappertjes, gember, bladerdeeg, mozarella, eieren. Het hadden er ook minder kunnen zijn, maar deze dingen waren nu toevallig op.

Honger! heeft een aantal gigantische voordelen:
1. Het gaat mee met de seizoenen. We doen nog steeds aan zelfoogst, dus wij ook. Welkom, maanden van de savooi, wittekool en bietjes.
2. Er staan geen foliekes in. Elk recept is een hoofdgerecht. Simpel.
3. Er zijn altijd uitwijkmogelijkheden: Kim suggereert bij elk recept varianten, dus ge kunt altijd wel terugvallen op iets dat al in huis is.
4. Er staan bij elk recept extra’s voor als het wat meer mag zijn. Zo maakte ik vandaag een side salad met venkel en appel. De gesuggereerde selder had ik niet in huis, but who cares.
5. De porties zijn echt. Met alle respect voor mevrouw Naessens, maar als ik een recept van haar maak moet ik de hoeveelheden verdubbelen en er een stukske brood bij eten. Ik voel mij dan altijd een beetje een vraatzuchtige gulzigaard. Bij Honger! niet. Daar mag er een kaaske bij, en nog wat extra pasta of patatjes. Ik heb dat graag, zeker als ik het druk heb en zo al zielig ben.

Honger! is een boek voor de ontspannen kok met niet altijd even veel tijd. Voor wie graag kookt en prutst in de keuken, maar ook voor mensen bij wie het al eens een beetje vooruit mag gaan.
Echt eten voor echte mensen. Echt iets voor u dus.

eten zot van

Thuiskomen.

Het was zo’n avond. Ge weet wel: lange werkdag, de hele dag rushen, buitenkomen en de man sms’en dat ik onderweg was, en dat er waarschijnlijk nog kip in de vriezer zat en dat hij die alvast kon ontdooien. Want dat ik zou improviseren, voedselgewijs. Eens thuis bleek er niks te improviseren: alles wat ik in mijn hoofd had zou niet lukken. Geen risottorijst meer. Geen graantjes. Geen noedels. Wel heel veel groenten, want man en kind hadden een uitstap naar de boerderij gedaan. Ik rommelde in de zaken, vond gigantische hoeveelheden boeren- en palmkool. En ik dacht aan Dorien.

Want de laatste twee weken lees ik elke dag in het nieuwe boek van Dorien. Thuiskomen. De titel klopt, op zo veel manieren. Ik kom thuis in het boek, het boek helpt mijn thuiskomen. En ik voel als ik lees hoe Dorien thuiskomt in dit boek.
In Thuiskomen staat een recept met kool dat ik van een post-it had voorzien. Want ik heb vaak kool, en eigenlijk vinden wij dat niet zo overdreven lekker.
Nu wel dus, want wat een fantastische saus is me dat zeg: gaargekookte kool, mixen, olijfolie en kruiden. Een een heerlijk strooisel eroverheen. Italiaans, leerde ik, maar ik was er zelf nooit opgekomen.

(more…)

eten

Courgetten voor iedereen!

Het is een goed jaar voor de courgette, dat heeft u ongetwijfeld al gemerkt. Zeker als u een moestuin hebt, of zoals ons oogst op een boerderij: courgettes, courgettes, overal courgettes.

Gelukkig zijn courgettes fantastisch en kan je er zo veel verschillende dingen mee doen dat het nooit saai wordt. De regel hier ten huize momenteel is: bij elke maaltijd courgette. Dat resulteert in haast dagelijkse soep, in spaghetti die voor de helft vervangen wordt door courgetti (dat is gezond ook nog eens) en in courgette als vulsel in elke risotto, stoofpot, saus, omelet,…

Dorien schreef er ooit al een uitgebreide blogpost over en er zijn nog mensen met recepten, zo bleek uit deze comments in 2014 (ge weet wel, dat andere goede courgette-jaar). En als het daar niet mee lukt is er nog dit: ingemaakte courgette, even lekker als augurk of komkommer, en fantastisch bij uw boterhammen.

Het recept is mijn standaard inmaakrecept voor allerlei zure dingen, en een combinatie van de recepten uit het moestuinboek, het superette-boek en de cornersmith.

Nodig:
– Meer courgettes dan in uw bokaal passen op het eerste zicht
– Een ajuin of sjalot, als ge dat graag hebt wat look
– witte azijn (ik gebruik een mengeling van 2/3 witte wijn azijn en 1/3 gewone blauwe hand)
– kruiden: peperbollen, misschien wat korianderzaad, venkelzaad, dille,… wat ge lekker vindt, eigenlijk. Je kan goed gewassen verse kruiden gebruiken, maar ook gedroogd werkt best.
– suiker
– zout

Maken:
– Snij de courgettes in plakken en zet ze in een vergiet. Bestrooi ze met zout, zet het vergiet in een kom en zet alles een paar uur in de frigo.
(Dit is de werkwijze voor alle zachte groenten: het zout haalt overtollig vocht uit de groenten)
(Een paar uur is relatief en een minimum. Het mag evengoed een dag zijn.)
(De kom onder het vergiet dient om het vocht op te vangen)
– steriliseer de bokaal (afwassen met heet water, nat in de oven op 140 graden gedurende minstens 15 minuten. Daarna de oven uitzetten en bokaal laten zitten tot je hem nodig hebt.) en de deksels (15 minuten in kokend water)
– Haal de courgettes uit de frigo, spoel ze grondig af en dep ze droog met een propere handdoek.
– Maak het inmaakvocht, zo veel als nodig is: ik gebruik de verhouding 4/2/1 – 4 delen azijn, 2 delen water, 1 deel suiker. De suiker kan je weglaten, maar ik heb graag zoetzuur. Ik gebruik meestal gewoon een klein glas of kopje, en meet daarmee af.
– Breng het inmaakvocht aan de kook en roer af en toe zodat de suiker oplost.
– Snij een ui of sjalot in ringen
– Vul de bokaal: de courgetten, de ui, de kruiden. Te veel is zelden een probleem, eerder te weinig: gebruik royaal kruiden, en druk de groenten goed aan. Het mooist is een beetje afwisselen: wat kruiden onderaan en ook wat middenin, zodat alles mooi in de bokaal verspreid is.
– Giet de kokende azijnmengeling in de bokaal tot aan de rand (de groenten moeten onderstaan). Tik ermee op het aanrecht, zodat luchtbellen naar boven komen, en ga daarna nog eens met bijvoorbeeld een eetstokje of satéstok langs de wanden van de bokaal: hoe meer lucht weg is, hoe beter. Sluit onmiddellijk daarna, en zet minstens twee weken weg. Eens open: bewaren in de frigo.

Azijnmengsel over? Groenten te veel?

– Je kan restjes groenten ook in een niet-gesteriliseerde bokaal doen, wat azijnmengsel erover en in de frigo bewaren. Eten na een paar dagen, niet te lang laten staan.
– Ik had deze keer te veel azijn gemaakt, dus ik sneed wat snijbonen in stukken, met wat wortels in reepjes. Gooide dit in de azijn, bracht weer aan de kook en vulde dan een bokaal met de groenten/azijn. Bijzonder geslaagd, zo blijkt.

eten

Over het internet, Kim en een boek. #honger #marketingplan

Het internet, dat is toch iets schoons, dacht ik dit weekend terwijl ik een pdf binnenhaalde van een kookboek met recepten die ik zou gaan uittesten de komende weken.

De pdf kwam van Kim. U kent haar misschien als Mme Zsazsa maar hier ten huize verandert haar naam regelmatig. Dat zijn echter dingen waarover ik u weinig kan mag vertellen. Ik heb al te veel gezegd.

The thing is, Kim en ik, eigenlijk gaan wij zoals dat heet way back. Er was namelijk een tijd dat nog niet zo veel mensen een blog hadden, en dat zowat iedereen online elkaar wel op één of andere manier kende. Iedereen las iedereen, en linkte naar elkaar en gaf commentaar. Het hele Vlaamse internet paste toen in één feestzaalke ergens in Antwerpen en Lays Chips sponsorde.
De Madame en ik waren bovendien, in dat verre verleden, ook eens toevallig gelijktijdig zwanger. Zo begon er een mailconversatie over alle plezierkes ongemakken die een baby in de buik en kort daarna een baby uit de buik met zich meebrengt. Er ging al eens een postpakket over en weer (cakemix! opvoedingsboeken!) en met de komst van de facebook lagen De Kempen ineens nog dichter bij Gent.

Later werd Kim een Gevierde Auteur en kreeg ik een boek over rokjes naaien toegestuurd met daarin “Het enige exemplaar dat nooit gaat gebruikt worden” erin geschreven. Ze is soms behoorlijk grappig. Of dat vertellen we haar toch, want ze is wat labiel tegenwoordig en we moeten een beetje voorzichtig zijn met kritiek.

Het internet is iets schoons.

Kim en ik zijn in al die jaren één keer samen gaan eten. Een paar maand geleden was dat pas.
Dat is behoorlijk bijzonder, want we horen elkaar ondertussen al jaren dagelijks minstens een paar keer. Op allerlei uren van de dag en de nacht. Over de zotste, onnozelste dingen en over de grootste miserie. Maar echt afspreken was er gelijk nog nooit van gekomen, en we hebben dat ook maar beseft eens we daar in dat restaurant zaten. Omdat het eigenlijk niet als een gemis voelt. Het is wat het is, en dat is heel schoon.

Dus als mensen tegen mij zeggen dat internet slecht is voor de sociale interactie van mensen, dan discussieer ik daar niet over. Ze mogen dat vinden van mij. Ik heb toch geen tijd om te argumenteren, want ik moet recepten uittesten. Voor mijn online vriendin.

Ziet er lekker uit hé? Awel, eind september ligt het boek in de winkel. Honger. Onthou die naam.