zot van

zot van

Roald.

3515201536_38383c6123_b

Eerder deze week zou hij 100 geworden zijn, Roald Dahl, ofte de man die mij als kind zo vaak liet verdrinken in fantastische verhalen. En die sinds een paar maand een spraakmakende come-back maakte in mijn leven en nu een prominente plaats in ons gezin inneemt.

Dat zit zo. Ik was een boekenverslindster als klein meisje, maar de echtgenoot, dat was geen grote lezer. Nu nog niet, trouwens, uitgezonderd alles in het segment graphic novel en wetenschapsboekjes. En occassioneel wat hij van mij krijgt toegestoken op reis met de boodschap Hier. Isgoed. Lees het.

Hij haalt sinds kort zijn jeugdboeken-schade in, echter, want nu de dochter groter wordt hebben we het prentenboekgegeven voor het slapengaan langzaamaan wat vervangen door Echte Boeken. Elke avond leest hij een hoofdstuk voor uit een jeugdboek, en ik mag die boeken kiezen.
Elke avond is het een heerlijk moment: zij trekken naar boven, ik zet de babyfoon luider en luister beneden mee naar de verhalen die ik al meer dan 20 jaar ken.

Het begon met De Heksen. En omdat de GVR-film zou uitkomen op het eind van de zomer, werd het daarna dus De GVR. En toen De Fantastische Meneer Vos. Na het afgelopen weekend was die klaar en sinds deze week ligt Matilda, mijn persoonlijke favoriet, op de nachttafel.

Over Mathilda zei Romina trouwens iets moois op Facebook. Mooi omdat het zo waar is.

“Mocht je mij vragen wat het eerste feministische werk was dat ik las, dan zeg ik zonder aarzelen: “Matilda – Roald Dahl”. Ik was zeven toen en een boek was nog nooit zo schoon. Nu nog kijk ik soms naar de boekenkast en probeer ik een boek te laten vliegen. Het lukt nooit, maar ge weet maar nooit. Later hoop ik mijn dochter hetzelfde mee te geven. Enthousiasme voor wat je wil, als meisje, zelfs al zegt de hele wereld dat dat eigenlijk niet kan. “

Maar dus. Aan tafel, eerder op de avond dat ze aan Matilda zouden beginnen, zei ik “Misschien kies ik voor daarna eens een boek van een andere schrijver? Ronja De Roversdochter ofzo?”

Er werd luid geprotesteerd. Want die twee van mij, die hebben blijkbaar het plan opgevat om Alles Van Roald Dahl te lezen. En dan pas andere boeken.

Een schoner hommage aan de vooravond voor zo’n 100ste verjaardag had ik zelf niet kunnen bedenken.

zot van

Leve Kristof.

FullSizeRender (15)

Goed jong. Ik ben een boek aan het schrijven. Het zit al helegans in mijn hoofd, het moet er alleen nog uit nu.

Ik had gevraagd hoe het ging. Zoals altijd had ik ergens op een middag gedacht “Ik ga mijn haar laten knippen” en was toen binnengewaaid in Kaprijke. Zoals altijd werd ik er ergens tussengeschoven en babbelde hij honderduit.
Over de kinders, de zon, het gedeelde Meetjesland, de paarden, het boek, het zetelke dat moet gestoffeerd worden en schrijven in Frankrijk.
Zoals altijd eindigde het bezoek met ik die zei: “Kristof, babbelt gerust verder, maar ge moet stoppen met knippen of het is veel te kort, jong.”

Kristof is al jaren de leukste kapper van Gent. En nu ook de nieuwe Claus, zegt de gazet.

Als dat maar goedkomt.

zot van

Anton Coene. Onthou die naam.

Ik had u gezegd dat ik af en toe eens ging vertellen over mensen en dingen waar ik fan van ben, weet nog? Het is af en toe, vandaag.

Het moet denk ik een jaar of tien geleden geweest zijn, op een optreden in De Vooruit. Ik stond ergens vooraan, in principe voor Het Project maar vooral voor mijn plezier.
Er stonden daar vooraan zoals altijd ook veel fotografen. En zoals altijd namen ze allemaal veel foto’s. Klik klik klik klik maal duizend.
Behalve een jongen met een kodak die voornamelijk naar het optreden keek, en heel af en toe één foto nam.
Ik stootte mijn lief aan en zei: “Kent gij die gast daar?” Hij knikte en antwoordde: “Yup. Dat is Anton Coene. Zit bij ons op het SKI. Talentje hoor, die jongen.”

Anton was toen nog geen 18. Hij zat bij het pas opgerichte Wannabes, samen met onder andere de fantastische Madelien Waegemans, over wie ik het later nog eens moet hebben. En zijn foto’s van dat optreden: they totally blew my mind.

Die dingen en hoe dat daarna gaat, ik kan dat zelfs niet eens uitleggen. Gent is op een manier een dorp, iedereen komt op dezelfde optredens, iedereen staat al eens aan dezelfde toog. Anton had een blog en dat was in die tijd nog iets wat niet iedereen had. Na een tijdje ging hij samenhokken met iemand die ik ook ken. En dus hoe gaat dat dan? Ge kent elkaar wel, maar ge volgt vooral al die tijd zijn werk. Want ge zijt fan en ook overtuigd: in dat zwart-wit, en in zijn beeldtaal, zijn er weinig die hem kunnen overtreffen.

ilse_utah_antoncoene

In de jaren die volgden was Anton voornamelijk op tour, zoals hier met Trixie Whitley. Ik denk niet dat er in die jaren veel weken voorbij gingen dat hier thuis niet iemand zei: Die foto gezien van Anton op facebook? Jallo maat.

ilse_trixie_antoncoene

Toen we trouwden was hij erbij, natuurlijk. En toen de namiddagreceptie gedaan was, stond hij daar plots, in de zaal. “Ik heb al wat fotookes geprint. Van vanmorgen.”

BAM.

trouwerij (493)

Anton heeft talent. Een goed oog. Maar soms is dat niet genoeg.

Ik ben lang bang geweest dat het grote publiek hem nooit ging ontdekken. Maar nu is er dus Death is Not the End, een serie. Beelden zo sterk dat ze mijn adem afsnijden.

ilse_toraja02_antoncoene

ilse_toraja01_antoncoene

De Standaard publiceerde ze, en ik liep toen het hele weekend het magazine aan iedereen te tonen. Kijkt. Van Anton. Hartjes.

Efkes nadien volgde Vice, in kleur. Dus er is de laatste maanden wel wat aandacht. En terecht.

Ik vind dat zot, namelijk. Jonge gasten die zo onbevreesd hun droom achterna gaan. Met bands op tour gaan. Reportages maken zonder eerst echt een opdrachtgever te hebben. Hun goesting doen. En dat zo goed doen.

Dus ja, ik vind nu ook dat ge zijn facebookpagina moet liken. En eens op zijn site moet gaan kijken. En weet ge wat? Koop eens een genummerde print, als dat u bevalt.

Want Anton is cool. Anton is leuk. En Anton verdient dat ge zijn naam vanaf nu onthoudt.

zot van

Dag, knappe man.

Wat is uw favoriete Bowie-nummer feitelijk? vroeg ik hem, en plots was het een youtube-uur later. Want kiezen, dat gaat niet, als zowat alles belangrijk is geweest.

Ik vertelde over die keer dat we naar London gingen en daar naar Madame Tussauds moesten alleen maar omdat sommige mensen persé op de foto moesten met een David Bowie-beeld. Ik vertelde over hoe diezelfde mensen zich verkleedden om naar optredens van hem te gaan en over hoe Ziggy Stardust en Hunky Dory voor altijd verbonden zijn met de Germaanse, De Krawietel en die mensen.

Ik vertelde over die keer in Torhout en over die keer op de Wellington Renbaan. Dat daar toen een paar 16-jarige gasten voor ons stonden die na vijf nummers op hun programma keken en zeiden “Wie is dat? Zo goed zeg.”

Vandaag was naar de radio luisteren niet mogelijk, maar ik neuriede de hele dag nummer na nummer na nummer. Dat gaat perfect, want er zit een hele playlist in mijn hoofd. En ik ga niet kiezen, alleen een beetje dansen.

zot van

Fangirl.

Ik heb aanleg tot idolatrie.

Natuurlijk het soort verafgoding waarbij een mens in zwijm valt voor koningen uit fictieseries (Ja het gaat over u, Robb Stark), of voor gekwelde mannen met een stem die als een dolk uw hart kan doorboren (Hoewist, Matt Berninger?). Maar ook anders: ik kan eenvoudigweg zo zwaar opgaan in iets moois, dat ik het aan iedereen die ik tegenkom wil vertellen.

Ik ben die griet die vijf exemplaren koopt van een mooi boek en het in ieders handen stopt met de boodschap “Lees het. Echt. Tiskweetniehoeschoon.”
Ik ben de docente die wanneer ze de boxen moet testen bewust dat ene heerlijke nummer opzet in de hoop dat iemand Shazam gaat doen en iedereen plots gaat weten hoe goed dat liedje is.
En ja, ik bel mijn echtgenoot op als ik een soort koekjes heb ontdekt die lekker zijn. Want enthousiasme moet gedeeld worden.

Het eindigt daar niet. Naast al dat courante dwepen, ben ik ook oprecht fan van zowat alles wat mijn vrienden en kennissen doen en maken.

Als iemand die ik ken een opiniestuk schrijft met een relevante mening, of pakweg een instagram-foto neemt die mij bijna doet wenen: ik deel en stuur door en print het desnoods uit om het op uw prikbord te komen hangen met een roze punaise.
Afgunst en Morrisey-nummers zijn dedeze compleet vreemd en ik kan supergoed fier zijn op andere mensen. Ik kan glimmen van trots als één van onze studenten iets slim zegt, of iets moois doet. Ik kan niet stoppen met glimlachen als ik zie hoe sommigen in de klas staan, en lig in een hoopke op de grond als mijn dochter een schone tekening heeft gemaakt. Als één van mijn maten een examen goed heeft gedaan, of en ander maakt een mooi liedje, dan moet ik mezelf bedwingen om geen spandoek te maken of vlagjes op te hangen om dat te vieren.

Ik ben de cheerleader van mijn vriendenkring, de dweper van mijn peergroup. Dat is ook niet moeilijk: ik heb toevallig heel veel ongelooflijk getalenteerde mensen in mijn omgeving. En ik sta enthousiast supporterend aan de zijlijn, totally loving it.

zotvan

Tot nu toe had ik daar geen rubriek voor. Nu wel. Zot van heet het. Voor alle dingen, mensen, vrienden, koks, winkels, blogs, muziek, groepjes en series waar ik zot van ben. En voor die geweldige koekskes, natuurlijk.