Month: January 2005

vriendjes

12 januari.

HET GESLACHT
(Voor Herman de Coninck)

In mannen is het koud en vaak december.
In vrouwen is het meestal mei.
Zij willen glimmen, levenslang,
vermommen zich van top tot teen
om niet voortijdig te verschrompelen.
Zij blijven bezig met verblijven.
In mannen is het koud en houdt het op.
Mijn God, hoe dol zijn zij op eindigen.
Want mannen rammelen zich klaar
en zwaargewapend met zichzelf,
besteden zij hun dagen aan verstijven.
In vrouwen heerst een soepeler geslacht
waarin iets bloesemt, iets ontboezemt,
en waar zij tederheid bewaren
of heimwee naar een meer in Zwitserland.
Zij houden van beginnen en behouden.
In mannen is het oorlog, niets dan oorlog.
In vrouwen wordt geboren, totterdood.
Zij knipperen een poosje met hun ogen,
zij fonkelen, zij woelen even
en daar ontstaat een dapper nageslacht.
Eén man volstaat en het wordt afgeslacht.
In mannen is het koud en vaak december.
In vrouwen is het altijd mei.

Luuk Gruwez

vriendjes

Droef.

De veerkracht van een mens, die kan bij momenten zulk een kolossale proporties aannemen dat je er stil van wordt. Zo concludeerden wij na een poos, allebei aan een kant van het proximus-netwerk. Met een zucht, maar eigenlijk ook met een kleine, voorzichtige glimlach. Want daar heb je die veerkracht weer natuurlijk.
Vreemd is dat, hoe zij het breekpunt tussen hoop en wanhoop nooit bereikt hebben. Hoe wanhopig de situatie er ook uitzag en hoe hard de realiteit telkens weer probeerde met striemende slagen de weerstand te breken. Je vreest en voelt de nabijheid van dat moment waarop niets anders rest dan deemoedig het hoofd te buigen, op te geven en als een verslagen soldaat in een hoekje te kruipen. Hoist the white flag.
En toch komt dat ogenblik er nooit. Een mens is opgetrokken uit hoop, geprogrammeerd om toch alsnog steeds het beste te blijven vermoeden. Ik kan niets anders dan respectvol opkijken naar zoveel moed en doorzettingsvermogen.
Nu is alles anders en toch lijkt alles door te gaan, zo zei ze nog. Dat je trek hebt in een koffiekoek of zin hebt in een douche lijkt onbetaamlijk. Dat je doorgaat, omdat je weet dat er niets anders opzit. Er moet geregeld en nagedacht, beslissingen moeten genomen worden en keuzes gemaakt. Ze gaat door.
Ik sta wat onwennig aan de zijlijn. Kijk, voel mee, probeer dingen zeggen die niets beter kunnen maken maar die ik toch zeg omdat alleen het zwijgen zo pover is. Mijn hoofd is vol zoeken naar hoe ik helpen kan en tegelijk weten dat niemand dat kan. Het komt steeds uit op diezelfde gedachte: hoe de wereld hard is voor wie dat niet verdient.

internet

de-lurking

Net gelezen bij Mitsj (hihi. Am I funny or what), en ik volg bij deze de oproep, eveneens een dag te laat. Maar dat zijn details. Dus, al wie hier komt zonder iets te zeggen: laat ns je stem horen.

I know you’re out there. My stats tell me you’re out there. And today you have a once in a lifetime chance to let your presence be known.

Well, okay, technically you have that chance everyday, but today is De-Lurking Day! A special day celebrating lurkers, and exhorting you to muster the strength and bravery to click on that comment button and end the deafening silence.

So say hi, or tell me your wish for 2005, or what you’re having for lunch, or your diabolical plan for world domination– whatever.

projecten

peptalk to self.

Ik moet werken, verdorie. Flink zijn. Productief. De koe bij de horens vatten en de dag plukken. Nuttige dingen doen met mijn leven, in plaats van de hele tijd voor mij uit te staren, sigaretten te roken en over triviale dingen na te denken.
Het probleem met dat werk-inhalen-in-de-vakantie is echter dat er altijd wel iets belangrijker is. Lijkt. Zou kunnen zijn.
Zoals beslissingen nemen. Wordt mijn muur chocoladebruin dan wel aubergine-paars? Zal ik een boterham met kaas eten als lunch of een ijsje met banaan? Welk boek zal ik beginnen lezen, straks, want het oude boek is op? Uren kan ik over zo\’n dingen contempleren, en ik verdenk mijn onderbewustzijn ervan die twijfel te voeden om het echte werk steeds maar uit te stellen.
En het stapelt op. Iedere keer als ik durf op te kijken schiet er iets nieuws door m\’n hoofd wat ik dringend moet doen. Een bad nemen. Dat ene artikel in de humo lezen. Rekeningen betalen. En moet ik niet een nieuwe riem voor bij die jeansbroek. En en en. Alles behalve werk.

Maar het zal hier rap gaan gedaan zijn, zie. Ik heb dat lepe duiveltje in mijn hoofd door en leg het bij deze resoluut het zwijgen op. En avant, bouwen aan die carrière, verdomme.

Maar eerst een paar mailtje sturen om mensen te feliciteren met het nieuwe jaar. En een ijsje eten.