Month: March 2006

mediagedoe

Bliss.

Ik blijf er bij hoofdschudden. Wie noemt er nu zijn kind Bliss?

Fukkers.

(kijk D., het scheldwoord fukkers is helemaal terug van weggeweest)

En al

Roken.

Aangezien ik in discussie ga over het gebruik van labels die men rokers opkleeft, kan ik maar beter ook even mijn mening over de kern van de zaak geven. Als ex-roker (bijna drie maand, inderdaad) kan ik bevestigen dat roken vies is. Als geoefend caféhanger kan ik bevestigen dat passief meeroken mijn luchtwegen op een onaangename manier prikkelt: de dag na een avond uit heb ik steevast een vuil hoestje.
Maar! Ik geloof niet dat het maatschappelijk draagvlak voor een rookverbod op café zo groot is als men doorgaans beweert. Eigenlijk zou je de vraag moeten stellen aan de mensen die *effectief* op café gaan. En dat zijn er veel minder dan dat er stemmers zijn.

Eigenlijk is het simpel: laat de keuze aan de café-baas. Geef een beloningspremie/aanmoediging aan café’s die rookvrij zijn, om de uitbaters over de streep te trekken. En dan zullen we het wel zien é, of er vraag is naar rookvrije cafeetjes. En of dat volk trekt.
Simple comme bonjour.

(en ja, u leest het goed: i. verkondigt zowaar een liberaal standpunt. De wonderen zijn de wereld nog niet uit)

moeilijk

Kwak.

O scolli scolli kwak kwak kwak confetti la e la
O scolli scolli kwak mi la.

*lacht luidop*

werk

Werk.

Ik werk altijd graag, maar soms hou ik bijzonder veel van mijn job. Zoals vandaag. Mijn kantoor ligt in het oudste en niet gerenoveerde deel van onze gebouwen. In de winter is dat kak want dit tochthol is met de beste wil van de wereld niet warm te stoken, maar vanaf de lente valt dat probleem weg en heeft de ligging niets dan voordelen: het is afgelegen en ik stoor niemand als ik lawaai maak. Mensen moeten het bovendien echt al weten zijn voor ze me terugvinden, dus ik word weinig gestoord door passage.

Ik werk momenteel aan een voorstel voor een nieuwe invulling van één van mijn vakken. Op zich al leuk werk: van puzzelen en vernieuwing. De zon schijnt door de hoge ramen heen op mijn rug. Ik heb een kop dampende koffie bij de hand.
En last but not least: mijn goede vriend Tom Waits knalt uit de boxen en vult mijn hoofd met de fijne muziekjes van “Closing Time”.

Soms kan het leven schoon zijn.