Year: 2013

internet

Zoek de knuffel van het kindje van Guidooohh!

Het is hier even te druk voor veel geschrijf, en ik merk dat veel zaken mij meer irriteren dan doorgaans het geval is. Waarschijnlijk de vermoeidheid en de stress van naderende de puntendeadline. En het besef dat in het licht van de eeuwigheid en het onmeetbare verdriet dat ik momenteel bij mensen lees die mij nauw aan het hart liggen, het allemaal zo belangrijk niet is. Feitelijk.

Of misschien gewoon mijn karakter, wie zal het zeggen.

Alleszins: de komende week zal het hier wat stiller zijn dan normaal, kunnen we vermoeden. Daarna zijn de examens achter de rug en is het weer al feest en jolijt, ziet dat van hier.

Toch even uw aandacht voor dit, vooral als u in de buurt van Zoersel woont: het kindje van Guidooohh is zijn konijn kwijt.

Vandaar : zwarte sporttas, gevuld met knuffels, een iPad met groene afdekflap, een Samsung gsm en een zwarte iPod. Het gaat om de knuffels. De mama en papa willen desnoods de toestellen terugkopen, zodat de vinder dat stukje van de buit nieuw kan gaan kopen ( voor de oneerlijkere vinder: betere helers ga je niet vinden) maar de knuffels zijn onvervangbaar. En daarover gaat het.
Verspreid het bericht, en als je iets gezien of gehoord hebt, verwittig ons, en eeuwige roem en dank wordt uwe deel.
Tijdstip van verlies : 25/1, ca 11u, omgeving koekoekdreef/eikenlaan/ lemmekensbaan, Turnhoutsebaan/ Ten Otter,

Update: Gevonden!

werk

Iedereen slim.

Vandaag ben ik blij. Dat er zo veel te doen is rond de slechte score op algemene kennis van de studenten lerarenopleiding, dat er in elke krant over bericht wordt: dat maakt mij gelukkig. Het toont dat u met z’n allen geeft om onderwijs, en als lerarenopleider kan ik daar alleen maar vrolijk om zijn. Als het u collectief geen ene moer kon schelen, dan zou hier niet over gepraat worden, en ik durf me zelfs de samenleving niet voor te stellen die hierover zou zwijgen.

Edoch. Dit weblog zou dit weblog niet zijn, als ik niet een paar bedenkingen zou maken. Misschien kunt u er even over nadenken. Tien minuten tijd aan besteden. Misschien is dat nuttiger dan een kwisje van 92 vragen in te vullen op de website van Knack, om dan zeker te zijn dat u slimmer bent dan een leerkracht.

Ten eerste. De test in kwestie heeft weinig te maken met slim of niet slim. Ik beschouw mijzelf (en u mag dat stoeferig vinden, ik vind dat niet erg) als behoorlijk intelligent. Het is mij ooit gezegd door mensen met geijkte testen, dus het staat zelfs op papier, voila. En toch heb ik de Stille Oceaan verkeerd gesitueerd. FOR SHAME!
Geef mij wiskunde, logisch redeneren en taal, en ik durf mij meten met elk van u. Toon mij een foto van Rutten Rutte en ik vraag schouderophalend of dat soms een courreur coureur (*) is.
Wetenschap: ook al niet mijn forté. Als mijn lief iets uitlegt over fysica, dan hoor ik na een halve zin alleen nog blahblahblahblah-oh-kijk-een-konijntje.
Als hij een kast tekent, dan snap ik niet meteen hoe dat in elkaar zit. Ik moet mijn hoofd eerst zodanig in overdrive laten gaan dat ik stekende pijn heb in mijn slapen. Maar aan de andere kant: ik schrijf geen dt-fouten in mijn facebookstatussen, hij wel. En toch is hij één van de slimste mannen die ik ken.
Om maar te zeggen: de test waarvan sprake in het onderzoek heeft niks te maken met slim zijn. De titel “Bent u slimmer dan een leerkracht”, en heel veel commentaren, laten uitschijnen dat leerkrachten debieltjes zijn. En dat, lieve lezer, dat maakt mij niet vrolijk. Want het is symptomatisch voor de houding die deze maatschappij aanneemt tegenover leerkrachten. En bij uitbreiding, als u mij toestaat, tegenover zowat alle andere mensen. Hahahahaha, kijk eens hoe fantastisch ik ben, koning tussen alle losers.

Dit gezegd zijnde: als men dergelijk onderzoek uitvoert bij eender welke groep studenten in het hoger onderwijs, zullen de resultaten soortgelijk zijn. Meer nog: toen ik 18 was, had ik waarschijnlijk ook slecht gescoord. Het gaat hier niet over resultaten van toekomstige leerkrachten, het gaat over resultaten van jongeren. Face it: misschien zijn de interesses van (sommige) jongeren niet die van u. Misschien kan het hen gestolen worden wat de exacte titel van Van Rompuy is. Mij interessert het ook niet zo heel erg, dus ik begrijp het wel.

Merk ik dat de instroom in mijn eerste jaar hoger onderwijs zwakker wordt? Misschien wel, ja. Studenten kunnen minder goed spellen, dat is opvallend. En een groep instromers heeft in mijn vakgebied een aantal basisvaardigheden niet. Een deftige mail versturen, bijvoorbeeld. Maar ook bestandsbeheer op de pc, om maar iets te noemen. Ik hoor hetzelfde bij collega’s. We zouden zwarte pieten kunnen doorschuiven naar het secundair onderwijs, maar dat is niet fair. Ook daar doet men zijn best om een antwoord te vinden op steeds veranderende vragen van de samenleving. Ik denk dat we daar allemaal verantwoordelijkheid dragen. Ook ouders en mensen die geen les geven.

Vind ik dat ontbreken van basiskennis bij studenten jammer? Zeer. Ik vind het zonde dat ik een deel van mijn contacturen moet opofferen aan het iedereen op hetzelfde basisniveau brengen. Terwijl ik eigenlijk bezig zou moeten zijn met de competenties die een leerkracht nodig heeft: als didacticus, als pedagogisch coach, als opvoeder, als innovator. Een ingangsexamen lijkt mij niet de oplossing voor deze problemen. Een langere opleiding misschien, maar daar zal vermoedelijk geen geld voor zijn.

Alleszins: wij van onze kant, als lerarenopleiding, hebben vandaag alweer een hele middag intensief met het hele team gewerkt rond een vernieuwde visie. Om antwoorden te bieden op allerhande nieuwe uitdagingen. Aan al wie dus aan de zijlijn staat te roepen over hoe wij als onderwijs onverschillig toekijken en onwetenden afleveren: misschien moet u er vanuit gaan dat u het volledige plaatje niet kent. Ik ook niet, trouwens, en ik ben daar al acht jaar voltijds mee bezig.

Tot slot nog dit. Dat de jeugd van tegenwoordig het slecht doet, ik heb dat precies nog al gehoord. Dus als u de drang voelt om het onderwijs van vandaag te vergelijken met dat van 20 jaar geleden, toen alles beter was: kijk dit filmpje. Kom daarna nog eens terug.

En al

Lastige mens.

– Als ge nog keer iets wilt photoshoppen, dan moogt ge een nieuwe header maken voor mijn blog, als het eens past.
– Ah, ok. Cool. En wat moet dat zijn?
– Goh ja. Ik vind de stijl dat het nu is wel schoon. Zoiets. Iets een beetje vrouwelijk. Het mag duidelijk zijn dat het een meisjesblog is.
– OK. Kookpotten of een stofzuiger, dus.
*roloog*
– Jong. Vree grappig gij. Neen, iets charmant en een beetje verleidelijk. Ofzo. Maar niet te, natuurlijk.
– Got it. Tetten. Maar geen te blote.

*zucht*

Stay tuned for the kerygma-makover, peoples.

eten

Ge zijt zelf een aardpeer.

Dat van die aardperen. Dat begon met een plan. De Voerense kwestie 2012, 6 volwassenen en 4 kinderen, een lang weekend en een oudejaarsthemafeest.

Wij zouden koken, zoals we dat vroeger altijd deden. Warme, mooie herinneringen heb ik, aan weekendavonden op mijn appartement, toen we allemaal pas naar de stad verhuisd waren, weg uit ouderlijke nesten in de suburbs. Er werd gekookt op die avonden, en als de nacht al goed vertrokken was, werd er op café gegaan. De jongens waren toen al heel erg met eten bezig. Ik stond erbij, sneed groenten en leerde met mijn ogen en door de honderden vragen die ik stelde. Ik leerde proeven en smaken combineren en uren-uren-urenlang emmeren over wat ook nog lekker is bij prei, en hoe ge de beste puree maakt. Good times. Zowat alles wat ik heb geleerd over de keuken, heb ik daar geleerd, in mijn kleine appartement aan het Laurentplein. Ik word er zowaar winters melancholisch van.

De jongens van toen zijn ondertussen mannen met een koksdiploma, een horecaverleden en nu een job in het anderen leren koken. De ene is wat uit het oog verloren, de andere is er nog steeds. Jarenlang hebben we samen gekookt op oudejaar, maar met kinderen en huizen verbouwen en drukke levens was het er de laatste jaren niet meer van gekomen. Tot nu. De Voerense kwestie 2012.

Een week vooraf dronken hij en ik koffie met als doel het menu opstellen. Twee uur later hadden we koffie gedronken en bepaald dat we op zondag naar La Batte zouden gaan in Luik (de grootste markt van België is dat) en daar wel zouden zien. Strak plan, dat die zondag in praktijk werd gebracht: de vier kinderen werden achtergelaten bij de vier niet-kokende volwassenen en wij dronken koffie. Waarop hij besliste dat we soep zouden maken van aardperen. Ik ging akkoord, want koken met iets dat ge nog nooit hebt gegeten, dat is berespannend.

Het verdere verloop van de strooptocht bespaar ik u, maar het kwam erop neer dat er aan tientallen kramen werd gevraagd naar topinambour, we uiteindelijk venkelsoep maakten, en we de volgende dag nog naar de plaatselijke carrefour moesten omdat we wild noch vis hadden gevonden. Grootste markt van belgië, jaja, maar van tijgerleggings kunt ge nog altijd geen deftige dessert maken, nietwaar.
Alleszins: het koken was heerlijk, het eten ook. Good times were had by all, behalve door zij die vergeten waren dat ze eigenlijk allergisch zijn voor vis.

Maar ik zou het dus over aardperen hebben. Een week na terugkomst liep ik in de beste groentenwinkel van Gent en zag ze liggen. Ik nam ze mee (natuurlijk), hoorde een beetje rond en maakte soep.
Die avond had mijn lief première, en eindigden we de nacht bij ons thuis, met 10 mensen met een hongerke en een kom opgewarmde aardpeersoep. Waar ik dus zelf maar één taske van gedronken had, maar wel genoten had van de nomnom-geluiden van de vrienden. Dus maakte ik ze vandaag al opnieuw. Met nieuwe aardperen. Want hoera voor aardperen zeg, zo lekker dat dat is.

aardpeer.

Een echt recept!
Snij een ajuin, het wit van een paar kleine preien en een aardpeer of vier fijn. Stoof in boter. Voeg water toe en een paar bouillonblokskes. Laat een uurtje zacht koken, mix fijn. Voeg een handvol verse koriander toe, en een flinke scheut melk en mix nog eens grondig. Kruiden met peper van de molen en opdienen.

Probeer het. En laat mij daarna eens weten of u nu ook zo zot bent van die rare knollen.