Year: 2015

zot van

Reclame. Voor de liefde.

Hij heeft een atelier dat hij soms “mijn kot” noemt, vermoedelijk omdat alle meetjeslandse mannen een kot hebben.
Hij heeft roze oorbeschermers omdat hij soms met luide machines werkt, en een schort, omdat zijn kleren niet te vuil zouden worden.

12184165_10153699596288967_359276001217467774_o

Als ik thuis werk, dan breng ik hem boterhammen in zijn kot, en dan toont hij mij wat hij heeft gemaakt die dag. Momenteel is dat de — zoals hij ze noemt — zaagstop-kast (*), andere keren is het een rek of de salontafel waar ik van droom. Soms is het een zot toestel dat ik nooit helemaal zal begrijpen.

collage

En soms is het een tennisracket die hij heeft omgebouwd tot een elektrische gitaar.

henk_livecomedy

Ik zeg elke keer moh how, zo cool maat en ik ben altijd trots als hij iets maakt, maar ik denk niet dat ik ooit al harder heb moeten grijnzen als die keer dat hij ACDC voor mij speelde op een Rucanor uit de jaren 70. Ik knikte dan ook begrijpend toen hij zei dat hij er een instructable van ging maken, en een filmpje voor op youtube. En ook een zelfbouwpakket met een gezeefdrukte doos.

12183996_10153686214193967_5770191261311988224_o

Dingen maken, hij kan dat goed, mijn man. Ik ben niet de enige die dat vindt, zo blijkt na een paar uur online en al de helft verkocht. Haast u dus, als u er nog één wilt.
Want er is maar één iemand waarvoor hij op bestelling werkt, en gij zijt het niet. Sorry.

(*) zaagstop-kast (v.) – kast die ervoor gaat zorgen dat echtgenote van henk rijckaert gaat stoppen met zagen over te weinig bergruimte in de gang. Schijnt.
(**) de foto met de gele muur is van Lisa Goethals. De rest is van de knutselaar zelve.

En al

Tellen.

Het was ergens rond zeven uur ‘s avonds, en hoewel de zon u overdag zou kunnen misleiden, is het wel degelijk herfst, zo blijkt op dat tijdstip. Het was donker en wat killig buiten op de autostrade. En er was zetelverwarming in mijn rug, ik geef het toe.

“Misschien wandelen ze gewoon?” zei hij stil. Ik hoorde in zijn stem dat hij het zelf niet geloofde.
“Neen, lief, ik ben bang van niet” fluisterde ik, terwijl ik de haartjes op mijn armen probeerde plat te krijgen en slikte in de hoop dat de tranen niet voorbij mijn keel zouden komen.
Ik staarde in de achteruitkijkspiegel naar het groepje mensen dat stapte op de pechstrook naar Calais. Tassen en rugzakken en warme sjaals. Ze werden kleiner terwijl ik voor ons een volgende groep zag verschijnen.

De volgende dagen bleef ik maar mijn zegeningen tellen.

In het zand zitten terwijl de twee liefdes van mijn leven, hij en zij, elkaar achternazitten op een eindeloos strand in de nazomerzon.
Wandelen in stille duinen. Uitkijken over de zee en beseffen dat ge midden in de geschiedenis van een werelddeel staat.
Een houtvuur en een knus vakantiehuis. Verdrinken in een perfect boek.
Kijken naar hen, op de bank in dat vakantiehuis. Hij gitaar spelend, zij tegen hem aanleunend en in een boekje bladerend.
Een dikke trui aantrekken en naar het dorp stappen. Terugkeren met een zak vol geurige croissants en weten dat er koffie zal zijn.
Middagdutjes doen in een groot bed terwijl de zesjarige naast je een dvd kijkt en ondertussen af en toe je haar streelt.

Ik bleef maar tellen.

Genoeg hebben van drukte en werk, je dierbaren in een auto laden en wegvluchten, naar rust en zee en croissants.
Wegvluchten en weten dat ge straks gewoon terug kunt keren.

En al

Ze is misschien niet altijd roze, maar het is wel een zachte wolk.

Honderd keer.

Als ik het geteld had, ik was vast daar ergens uitgekomen. Het is het aantal keer dat ik de afgelopen weken heb gedacht “Wat moet ik hier nu weer mee?”.

En elke keer van die honderd heb ik achteraf gedacht: zwijgt, i, zwijgt. Maar ge kent het. We zitten hier vanzelfsprekend met een mening, en dat moet er vanzelfsprekend uit. Ook al gaat het over moederschap en weet ik wat de gevolgen daarvan kunnen zijn. Want zo veel moeders, zo veel meningen. En moeders zijn meestal heel lief voor de kinders, maar ook al eens wat minder voor elkaar, zo blijkt. Maar kijk. Iets met kosten en baten, weetwel.

The thing is.

De laatste weken staan de kranten en de magazines vol met mama’s die eindelijk durven zeggen hoe het moederschap in werkelijkheid is. Wat zijn ze moedig! Eindelijk! Na al die jaren waarin werkelijk de hele wereld dacht dat ouderschap perfect hoorde te zijn.
Echt, ik heb mijn open mond naar mijn gazet zitten staren. Niet omdat Siska Schoeters over haar pups zei dat ze soms wel eens blij is als die fuckers in bed zitten. Wel omdat, de standaard verontwaardigden niet meegerekend, de overheersende reactie was: eindelijk iemand die het durft te zeggen.

Eindelijk? Ik circuleer misschien in andere kringen, maar geen enkele van mijn kameraden heeft ooit verzwegen dat zijn of haar huishouden niet altijd perfect is. Het ouderschap is: af en toe een jankende vriendin aan de telefoon en een verhaal over een tepelkloof door een kleine vampier. Of iemand anders die zegt na een eenvoudige vraag hoe het gaat “Fak zeg, die kleine is onhebbelijk de laatste week, doodmoe word ik ervan”. Ik dacht dat dat bij iedereen zo was. Dat het niet altijd en plein public op het internet wordt gegooid, en avant, maar in de veilige kring van van etentjes met wijn en vriendjes, of aan de toog in het midden van een uitgaansnacht? Ik heb nooit anders geweten.

Ik verkeerde dan ook oprecht in de illusie dat iedereen dacht dat perfecte moeders zoiets zijn als perfecte vrouwen met maat 34, een barbie-taille, grote borsten en een succesvolle carrière: verzinsels van de reclamesector die enkel te realiseren zijn met veel geld, een personal trainer en photoshop in elke fase. En die roze wolk, ik ging ervan uit dat dat toch voornamelijk hormonen waren. Ik was niet zo bezorgd dat ik ze niet had. Dat scheelt een eind, want ik moest me ook niet bedrogen voelen.

Allez, i., ge zijt dus helemaal pro al die moeders die nu opstaan en vertellen dat het allemaal zo gemakkelijk niet is?

Awel. Euhm. Daar zit het probleem. Want als ge al die dingen leest, de laatste weken, dan lijkt het alsof wij allemaal constant worstelen met dat moederschap. Alsof het allemaal kommer en kwel is. Alsof alle kinderen op elk moment dodelijk vermoeiend zijn, alsof een stevige post-partum-depressie de standaard is na een bevalling. Iets met een slinger die de andere kant doorslaat.

Ik was mij dan aan het afvragen waar ik het meest stress van zou krijgen, als ik nu voor het eerst zwanger was, of net een kleine baby had. Van het idee dat het perfect zou zijn. Of van het idee dat het echt allemaal lastig en moeilijk zou worden.

Het blijkt te kunnen kampen. Daarom deze post, met een klein beetje tegenwicht.

Soms vind ik het ouderschap wat lastig, jawel. Als ik bijvoorbeeld een hele dag stagebezoeken heb gedaan, mijn echtgenoot uit werken is, ik eten op tafel moet krijgen en mijn kleine net dan besluit de aap uit te hangen en onafgebroken te tetteren. Nogal lastig. Ik zou dan ook al eens durven denken: goh, jong, het zou toch gemakkelijk zijn als ik nu gewoon rustig in stilte een pitta kon gaan halen en die voor tv kon binnensteken en daarna op mijn gemak in bad kon. Zonder my little ponies.

Ik ben bijna elke dag blij als het kind in bed zit, want dat is rust. En ik heb veel deugd van al eens iets te doen dat niet met minderjarigen is.

Allemaal waar.

Maar vergis u niet: over het algemeen, door de band genomen en op de meeste tijdstippen van de dag (over de nacht ga ik niet spreken, dat is gewoon fundamenteel oneerlijk) is het ouderschap gemakkelijk, comfortabel, gezellig, evident en vooral ongelooflijk plezant.

Het grootste deel van de tijd is mama zijn niet iets dat ik als lastig ervaar. Het is iets wat ik ben, met alle schone en minder schone kanten. En neem het van mij aan: kinders hebben vooral en voornamelijk heel mooie kanten. Ze zorgen voor plezier, geluk, ontroering, andere manieren om te kijken naar de wereld, gezelligheid. Ze maken u tot wie ge zijt, en ze maken u beter dan wie ge zijt.

En dat is het beste wat u kan overkomen.

Dus, als ge nog aan kinders moet beginnen, of er wordt er momenteel eentje buiksgewijs geboetseerd: ge moet ook niet te veel schrik hebben. Life is ok. Ook nadat ge een kind op de wereld hebt gezet.

projecten

BAM.

Niet zomaar kapot, ik zei het al.

Als u de afgelopen dagen mensen spontaan elkander een high-five zag geven, hier op straat. Of u hoorde een YES klinken achter een gevel. Of u zag dat ik bij momenten een krop moest wegslikken: dit is waarom.

WIN

Een tijdje geleden smeekte ik u om ook een bezwaarschrift in te dienen tegen de plannen van de projectontwikkelaar in een binnengebied hier vlakbij. Op het moment dat ik die post schreef stond de teller op 43 en ik vond dat best veel. Uiteindelijk klokten we af op 379 bezwaarschriften. De ontvangstbewijzen zijn vandaag nog steeds te bewonderen aan de muur van het onvolprezen-in-alle-betekenissen-van-het-woord Trafiek en ik moet nog steeds elke keer grijnzen als ik ze zie.

11937450_951169294943656_8885446498932825410_o

Is dat indrukwekkend, die massa bezwaren? Redelijks, ja.

Maar wat nog indrukwekkender is, is dat Gent een stadsbestuur heeft dat luistert. Dat durft te zeggen: weet ge, we hebben eens nagedacht en ge hebt gelijk. Een bestuur dat hiermee erkent dat De Brugse Poort een wijk is met een soms precaire situatie, een wijk die snakt naar zuurstof en ruimte en groen en minder verkeer en meer voorzieningen. Dat het bestuur durft horen hoe de bewoners dit duidelijk probeerden te maken, en dat het bestuur zich durft gedragen als wat ze in essentie zijn: verkozen door die bewoners.
Want vergis u niet: dit gaat niet enkel over de meibloemsite. Dit gaat over de honderden binnengebieden waar projectontwikkelaars graag zouden verkavelen, hier in de wijk en elders in de Gentse dichtbevolkte 19e-eeuwse gordel. Dit gaat over al die dynamische, bruisende maar o-zo kwetsbare buurten, en hoe we samen als bewoners en bestuurders kunnen nadenken over wat de werkelijke noden zijn.

Het indrukwekkendste van alles is echter dit: de tientallen mensen die al vier jaar zo verbeten vechten tegen wat er hier bijna zou gebeuren. Met zo ver doorgedreven engagement dat ik er verstomd naar sta te kijken. De mailinglijsten, de vergaderingen, het niet-aflatende schrijven. Het aanbellen bij mensen die niet weten hoe ze daaraan moeten beginnen, aan zo’n bezwaar. Het schrijven samen met hen, het betrekken van de volledige buurt. Al die liefde voor deze plek. Al die energie. Ge kunt niet geloven hoe dankbaar ik ben dat ik daar een deel van mag zijn.

Vuistje, Brugse Poort. Vuistje.

En al

Bom.

Lang geleden kwam ik eens foto’s tegen van het blok waar wij wonen, op het grote web. Iets met een bom. En toen raakte ik de foto’s kwijt en ze leken verdwenen in het grote zwarte gat dat het www soms wel eens blijkt te zijn.

Vanavond kwam ik ze toevallig weer tegen, in dit fantastische album van Jahroen. En ik besloot ze hier te posten, want mijn eigen www is nog altijd overzichtelijker dan een ander zijn www.

1401543723_7675f5e52e_z

Een V1-bom jong. Precies op dit deel van de Brugse Poort. Op de andere foto ziet ge zelfs ons huis, maar dan zonder ramen. En voor duusd verbouwingen.

1401543721_7d1dd931c3_z

Sommige dingen krijgt ge niet zomaar kapot, blijkbaar.