Ja!

BV-coiffeurs zijn verwarrend.

Dus. Deze middag was the woman from kazachstan hier en wie haar kent weet: dat is een garantie voor eindeloze verhalen die met een korrel of honderd zout mogen genomen worden. Na een uur of wat was het mij bijzonder beu en ik slaagde er niet in examens te verbeteren, dus besloot ik nuttige dingen te doen. Naar de coiffeur, inderdaad, want ik ben een wijf en dat is nuttig voor mij.

Ik belde dus naar de man die mijn haar placht te doen en hij antwoordde dat hij tijd heeft volgende week donderdag. Boe-hoe! Als ik naar de kapper wil, dan bedoel ik NU, dat is evident.
Gelukkig had zij de oplossing: een coiffeur waar ge zonder afspraak kunt gaan.

Wist ik veel dat het een BV-kapper was, de client. Waar ge bij het binnenkomen een jeton krijgt van de vestiare (sejieus. Er was drie man, ik zal mijn vest een half uur later nog herkennen, I’m sure.). En waar er luide muzieks gedraaid wordt en de kappers van die madonna-oortjes hebben. Alsof ze ieder moment een liedje gaan zingen. Wat ze niet deden en wat ik dus bijzonder spijtig vond.

En waar niet iedereen moet betalen, dat ook. Ik wel, maar de mevrouw die ik dacht te kennen en later al googlend terugvond, die niet. En ik dacht dat de BV-korting verzonnen was. Volgens mij mag Gunter trouwens ook gratis, nu hij in Dag Allemaal zo open over zijn gevoelsleven praat.

Edoch: mijn haar is verschrikkelijk goed geknipt. En het was niet zo duur, eigenlijk. Als ge voorbij de show kunt kijken: zeer aan te raden.

En al

i. is een vat.

Ah. Het was de afgelopen 24 uur weer eens een scala van emoties, in mijn hoofd. Niet alleen de spanning en dan het enthousiasme van de eerste aflevering, maar nog een heleboel zaken die daar eigenlijk niet zoveel mee te maken hebben. Zo was ik helemaal gepakt van een mailke waarin te lezen stond dat mijn grootvader in een database van coureurs zit op een italiaanse wielersite. Ik moest daar om grijnzen, maar dat ging rap over toen ik bedacht dat het cool was geweest als we hem dat hadden kunnen vertellen. En toen was ik plots heel triest.

Verder heb ik ook luidop moeten lachen met een mevrouw die op een forum de genaamde Ben C. met lelijke namen aanduidde omdat de schlemiel het waagt om in blokken zo met andersvaliden te spotten. Foei, Ben.
Ik heb mij verwonderd over wat de meerderheid grappig vond (alweer blokken, ja) en dat dat net niet mijn ding is. En me afgevraagd of iemand de beste lol uit de aflevering heeft gehoord eigenlijk. “ik hoop iets zoet. Ah ja, woensdag zoetekesdag”. Ik moet daar elke keer mee lachen en ik heb ze al tien keer gezien ofzo.

Verder heb ik ervaren: medelijden met de juffrouw bij wie het examen niet wilde lukken, irritatie na 7 uur examen afnemen en dan een vraag krijgen die ik net had beantwoord en vertedering omwille van een lieve kaart in de bus.

En dan heb ik het nog niet over de angst, de vermoeidheid en de stress.

Sjonge. En mens zou van minder moe worden.

En al

In het openbaar is dat nog een ander paar mouwen.

Het went hoor, een trailer zien op de lichtbak waar uw lief in meespeelt. Thuis in uw zetel is dat na een tijd zelfs niet zo bijzonder meer.

Maar in de Mac Donalds, dat is iets heel anders, meneer. Daarvan wilt ge wegkruipen in uw Big Mac dooske, omdat ge bang zijt dat de mensen gaan kijken en linken leggen.

Gelukkig gebeurde dat niet. Misschien omdat hij een zebra-masker ophad en ik een nijlpaard. Volledig incognito, wij.

Morgen! Morgen!

En al

Honderden.

Ik heb vandaag honderden mensen de hand geschud. De meesten hadden een gezicht dat ik nooit eerder had gezien, en elke handdruk was verschillend: snel, bedachtzaam, slap, hard, stevig of bijna onmerkbaar.
Sommige — meestal de meer bekende, maar heus niet alleen die — gezichten drukten hun wang tegen de mijne. Als een hand niet genoeg is, kan een zoen misschien troosten.
Toen er een boel gezichten en handen waren geweest, vond het witte kleed het genoeg: de rest werd kordaat weggewuifd en moest maar een andere keer groeten. De kerkgemeenschap heeft een strak tijdschema, en dat is in rouw niet anders, zo bleek.

Bram Vermeulen deed de tocht naar voren, en we legden bloemen op de kist. Terwijl hij ons lachend aankeek.
Daarna luisterde ik dankbaar naar mijn lief, die woorden uit het schrift van mij overnam, omdat het niet zou lukken. En ik slikte volhardend tranen weg om dan een voorbede te lezen.

Er was vrieskou, een palmtak en een graf, er was soep, kalkoengebraad en appeltaart toe. En op het eind honderden kaartjes van de mensen die ‘s ochtends mijn hand hadden geschud.

Nu is er stilte.