Day: October 25, 2005

Van een ander

Leeg (5)

Terwijl hij staart naar het huis aan de overkant van de straat, denkt hij aan haar. Dit absurde, haast angstaanjagende beeld maakt de herinnering aan zijn eens zo liefhebbende wederhelft opnieuw levendiger dan ooit. Haar aanwezigheid in zijn hoofd voelt vertrouwd en warm aan, maar terzelfdertijd voelt de daarbijhorende pijn als een scherp, stekend mes in een diepe wonde. En niet langer als dat vage verdriet waar hij nu al een jaar mee leeft.

Ze was bloedmooi. Lichtgroene ogen die aan een kat deden denken, halflang rood haar, lange benen en een eeuwige glimlach om de lippen. Ze was het soort vrouw waar mannen naar omkijken op straat, met een verwilderde en ietwat dromende blik in hun ogen. Zij werd nagestaard. Dat was vanzelfsprekend ook wat hij had gedaan, de eerste keer dat hij haar zag. Hij zat met een collega op een terras te lunchen en zij was langsgelopen. “Chantal!” had de collega geroepen, en zij was hen vrolijk komen begroeten. De collega kreeg een kus op de wang, hij een stevige handdruk. De aanraking van haar koele vingers op de hete zomerdag had hem toen al kippevel bezorgd. Lang was ze niet gebleven, ze hadden enkel wat beleefdheden uitgewisseld en nadat ze de groeten had overgebracht een de vrouw van zijn collega, had ze zwierig haar weg vervolgd. Nagestaard door de twee lunchende mannen op het terras.

De volgende weken had ze constant door zijn gedachten gespeeld en hij dacht meermaals per dag aan die licht spottende blik in haar ogen. Hij droomde van haar koele handen op zijn huid en over hoe hij haar in nachtelijke telefoongesprekken zou horen glimlachen, aan de andere kant van de lijn.
Toen hij haar een kleine maand later toevallig opnieuw tegen het lijf liep in de stad, had hij dan ook zijn kans gegrepen en voorgesteld samen een kop koffie te drinken.