En al

i. is een vat.

Ah. Het was de afgelopen 24 uur weer eens een scala van emoties, in mijn hoofd. Niet alleen de spanning en dan het enthousiasme van de eerste aflevering, maar nog een heleboel zaken die daar eigenlijk niet zoveel mee te maken hebben. Zo was ik helemaal gepakt van een mailke waarin te lezen stond dat mijn grootvader in een database van coureurs zit op een italiaanse wielersite. Ik moest daar om grijnzen, maar dat ging rap over toen ik bedacht dat het cool was geweest als we hem dat hadden kunnen vertellen. En toen was ik plots heel triest.

Verder heb ik ook luidop moeten lachen met een mevrouw die op een forum de genaamde Ben C. met lelijke namen aanduidde omdat de schlemiel het waagt om in blokken zo met andersvaliden te spotten. Foei, Ben.
Ik heb mij verwonderd over wat de meerderheid grappig vond (alweer blokken, ja) en dat dat net niet mijn ding is. En me afgevraagd of iemand de beste lol uit de aflevering heeft gehoord eigenlijk. “ik hoop iets zoet. Ah ja, woensdag zoetekesdag”. Ik moet daar elke keer mee lachen en ik heb ze al tien keer gezien ofzo.

Verder heb ik ervaren: medelijden met de juffrouw bij wie het examen niet wilde lukken, irritatie na 7 uur examen afnemen en dan een vraag krijgen die ik net had beantwoord en vertedering omwille van een lieve kaart in de bus.

En dan heb ik het nog niet over de angst, de vermoeidheid en de stress.

Sjonge. En mens zou van minder moe worden.