En al

Die keer dat ik nadacht.

Het is wat. Ik kreeg een uitnodiging voor een facebookgroep en ging even kijken waarover het ging. Dit artikel. Leest u het even. En deze reactie. Leest u ook even.

En nu zit ik daar dus over na te denken. Over hoe dat bij ons gaat. En over hoe het in de toekomst zal gaan. Want hoe het ging tot vorige maand, dat weet ik: de baby was my thing. Toen ik zwanger werd, lag seizoen twee al min of meer vast. Lief heeft bij het begin gezegd: ik zal er zijn vanaf maart. En ik heb mij daarmee akkoord verklaard. Nu het maart is, is het simpel: Mira gaat drie dagen per week naar de creche, de andere dagen verdelen we. Het lief doet heel veel, en helpt heel veel. Hij weigert zaken, wegens tijd nodig voor de baby. Maar eerlijkshalve moet ik ook toegeven dat hij de echt coole dingen niet weigert. Ook niet als dat eigenlijk niet past in de agenda. Dan zoeken we oplossingen, en die zijn er altijd.

Tot nu toe is er nog geen behoefte geweest aan de situatie herbekijken, want het is allemaal te combineren. En ik maak me sterk dat als de situatie verandert, dat ik even veel in de pap te brokken zal hebben als hij. Het is wat een kameraad-jonge-vader me onlangs zei: “we hebben allebei een lijstje gemaakt met de dingen die we willen doen om gelukkig te zijn. En dan hebben we besloten dat we die dingen enkel kunnen als de zoon een dag extra naar de creche gaat. Dus gaat de zoon een dag extra.”

Misschien dat het zo simpel kan zijn. Zolang ik kies om Mira vier dagen bij mij te hebben en dat kan bolwerken, blijf ik dat doen. Als binnen een paar maand blijkt dat ik het niet red, dan gaat ze een dagje meer naar de creche. En ik ga me daar niet schuldig over voelen.