Month: June 2010

En al

Zomerlijst.

* Weinig dingen zijn zo aandoenlijk als babyschouders in een bain de soleil. Babyschouders zijn namelijk teer en klein en zacht en dan zo’n zomerjurkje daarover: man, ik ben daar dus ontroerd door elke keer als ik naar haar kijk.
* Doordat ze er zo breekbaar uitziet heb ik nog meer de drang om haar te beschermen tegen de grote boze wereld dan anders. Toen lief vanmiddag belde met de mededeling “bijna 39° koorts”, stond ik dus een kwartier later thuis om het kind dokterwaards te zeulen. Ondanks de verzekering van het lief dat het wel zou lukken en dat hij het wel zou regelen. Hij was een beetje beledigd door het gebrek aan vertrouwen, maar de drang was mij te groot.
* dochter heeft een keelontsteking. Naar het schijnt hebben zowat alle baby’s en peuters een keelontsteking bij zo’n weer.
* Ik kan u met zekerheid zeggen: in junifen zit meer dan koortswering en pijnstilling alleen. Anders is de hyperactieve dochter die hier dansend aan een stoel tuutuutuutuutuutuuut stond te roepen, na haar dosiske van het wondermiddel, niet te verklaren
* toen we vanavond overigens buurjongen L. en zijn mama tegenkwamen op straat, wees Mira naar het kind zijn fopspeen en zei: tuuut. De buren zwaar onder de indruk (“whaaat, die is wel nog maar tien maand é”) en wij meewarig schouderophalen. En niet verklappen dat dochter de laatste 48 uur tegen alles tuuuttuuutuuut zegt.
* de laatste keer dat het zo warm was als vandaag, had ik weeën. Al een miljard uur of zoiets. Het is nu ook nog lastig, die hitte, maar als ik mensen hoor klagen kan ik niet anders dan schamper lachen. En naar mijn enkels kijken, want dat kon ik vorige keer niet wegens (a) geen enkels meer en (b) voeten niet zichtbaar wegens visuele belemmering buik.
* Zichtbare enkels hebben is da bomb.

Neen!

Misselijk word ik daarvan.

“Zelfs onder het communisme ging de politie niet zover”
“In enkele uren tijd heeft men bij het publiek en de media het volledige imago van de Kerk in België aangetast. Het is een trieste gebeurtenis maar ik hoop dat sommige uitwassen ons helpen om deze crisis te boven te komen en aan te tonen dat de Kerk betrouwbaar is en meer geloofwaardig is dan sommige operaties zouden kunnen doen uitschijnen”
Het Vaticaan ‘drukt zijn verbijstering uit over de wijze waarop sommige huiszoekingen door de Belgische juridische autoriteiten zijn uitgevoerd’

Oh, zwijgt stil, denk ik dan. Er zijn huiszoekingen gebeurd, boe-hoe. Het moest er eens van komen als er blijven tegenstrijdige berichten komen: mensen die zeggen dat ze jaren geleden al meldingen hebben gemaakt, het hoogste pilaarbijterniveau dat beweert zich daar niks van te herinneren?
Er is een graftombe opengebroken? Als ge kijkt naar hoe zorgvuldig de kerk al jaren al die vuile potjes gedekt houdt, dan verwondert het mij nog dat ze de zoom van Danneels zijn kazuifels niet hebben opengemaakt om te kijken wat er daar verstopt zat.
Er zijn bisschoppen ondervraagd, urenlang? Het werd verdorie tijd. Er is namelijk vermoeden van een misdaad, en zo gaat dan dan, hier in België.
Het publieke imago van de kerk is beschadigd? Pu-lease. Ik vraag me af hoeveel mensen de kerk nog als een proper en puur instituut zien. Voor de rest is het imago simpelweg bevestigd. Het slachtoffer uithangen en verontwaardigd zijn, in plaats van deemoedig het hoofd te buigen, vervuld van schroom te zwijgen en te proberen vergeving te krijgen en boete te doen. Schuldbesef, het zou een begin zijn in deze.

Wat een vuile schijnheilige verontwaardiging toch. Ze moesten zich schamen. Als er half zoveel energie was gestoken in het menselijk behandelen van de slachtoffers dan dat er gestoken is in het verstoppen, verhullen en verontwaardigd zijn over het onrecht dat de gezagsdragers van het grote instituut der barmhartigheid werd aangedaan, er waren nu geen huiszoekingen nodig geweest.

werk

Onderwijs. Maar dan wat minder.

Einde schooljaar. Nog een week en het is vakantie. Al maanden zuchten er geruchten door de gangen, er wordt hier en daar voorzichtig gespeculeerd. We gingen samen met onze studenten protesteren een tijd geleden, ook. Er werd geschoven, gefluisterd, met een bang hart afgewacht.

Sinds een paar dagen is het officieel. De impact wordt duidelijk, langzaamaan. Het is wat het is, en er is niks aan te doen. Maar het is niet mooi. Vrolijke krullen en een gulle lach die er opeens veel minder zal zijn, bijvoorbeeld. Of het knippen in mijn eigen vakgroep, en het nog niet weten waar het precies zal gebeuren.

Ik word daar niet vrolijk van, daar kan geen stralende zomerzon wat aan doen. En er zijn nochtans nogal wat leerkrachten nodig, de komende jaren.

En al

Den draad.

Een vraag voor het alwetende interwebs, want het houdt me al de hele dag bezig:

Op sommige daken zit er op de nok een metalen draad gespannen. Zo boven de dakpannen. Weet iemand eigenlijk waar dit voor dient? Anyone?

kinderspam

Lijst.

Momenten waarop ik de dochter vandaag aan een haakje wilde hangen aan de muur, met een plakker op haar mond en haar minihandjes vastgebonden:
– om half zeven deze ochtend, toen ik een nacht van gewoel probeerde af te slapen met een ochtenddutje
– toen ze de twaalfde keer haar beer uit de buggy gooide tussen de kuiperskaai en het administratief centrum van de Zuid. En ja, dat is maar honderd meter
– toen ze de achtste keer de kartonnen doos van de kar schopte in de delhaize.
– om half twee vanmiddag, toen ze hartstochtelijk haar keel openzette en meedeelde dat haar middagdut voorbij was, terwijl die nog maar 50 minuten bezig was (mensen met kinderen weten wat daar de gevolgen van zijn, van een halve middagdut)
– toen ze haar boterham met banaan op mijn pas gedweilde vloer gooide en er meteen een beker water achteraan kieperde.
– toen ze mijn gsm te pakken had, ik die afnam en ze vervolgens de hele buurt bij elkaar krijste alsof ik haar zwaar geslagen had

Momenten waarop ik mijn dochter vandaag wel kon opeten:
– toen ze me stralend aankeek en blij haar beer knuffelde, die ik voor de twaalfde keer teruggaf
– toen ze luid schaterde in de Delhaize omdat ik de doos opraapte
– de honderd keer dat ze vandaag naar iets heeft gewezen, haar lippen tuitte en “Oh, oh” riep
– de zestien keer dat ze vandaag tegen verkoopsters, bezoek, of wildvreemden op straat allercharmanst en luid lachend vanalles heeft uitgelegd
– toen ze de blokken-reconstructie van Stonehenge (zonnewende, wij zijn zeer pedagogisch en al) die haar vader voor haar probeerde te maken voor de tigste keer omvergooide en vervolgens haar handen in de lucht gooide. Een gebaar dat wij hier maken bij “hoera!”.
– toen ze met mijn gsm zat te spelen en die geconcentreerd aan haar oor hield en onverstaanbare dingen brabbelde
– toen ze doodmoe in bad achteruitleunde tegen mijn been, heel stil bleef liggen, me de mooiste glimlach ooit gaf en ondertussen over mijn gezicht aaide.

Kinders. Dat is een leven van uitersten, ik zeg het u.