Ja!

Het ritme van de stad.

Zaterdagmiddag.
Ik wandel met de dochter in het Zuidpark en merk voor het eerst dat de blaadjes aan de bomen zachter worden van kleur. Warm, zoals de chauffage die ik bij nachtelijke baby-intermezzo’s al eens durf aan te zetten, tegenwoordig. De zon schijnt, de stad gonst van Ode Gand. We hebben een sapje laten persen bij Zest en kijken samen verwonderd naar de kleuren van de fontein. Mira och-ocht en wijst zich te pletter, ik zit vooral met haar te lachen

Zondagochtend.
We wandelen naar de bakker en stoppen even in ons Pierkespark. Het wordt uiteindelijk koffie, de krant, gebabbel en daarna ook nog pasta pesto in het fijnste koffiehuis van Gent.

Zondagmiddag.
Op de fiets gaan we door het autovrije centrum en stappen af op de vrijdagsmarkt. We kijken naar hippe meubels en zwaaien naar bekenden. Daarna verhuizen we naar Sint-Baafs, voor een beklimming van de NTG-trappen. Een éénarige heeft soms niet meer nodig dan dat.

Zondag, vroege avond.
De ring is gevuld met enthousiaste fietsers, die de tegengestelde richting inpalmen. Wij wachten af in de auto in de tegenovergestelde richting en kijken naar hun vrolijkheid. Ik haal alvast mijn blauw-witte-sjaal uit mijn tas.

Zondag, later.
Overal is adrenaline en blauw-wit. Het gonst in mijn hoofd. Als we naar huis rijden, bedenk ik hoe fijn wonen in deze stad toch is. Met geen stokken ben ik hier nog weg te krijgen.