Month: January 2012

En al

Magic Kingdom.

Terwijl er in de commentaren hieronder ondertussen een robbertje gevochten wordt en ik overspoeld word door mails waarin men me — obligatoire spelfouten, veel uitroeptekens en CAPS incluus — een trut noemt die zelf voor haar deeltijdse job en twee kinders heeft gekozen en daar nu de consequenties maar van moet dragen (ik had ook beter een diploma gehaald, schijnt, dan moest ik nu niet afgeven op mensen die het beter hebben dan mij. Euhm yes, that was my point, het is waar.), heb ik besloten maar over te gaan naar de orde van de dag. Ik heb ook niet de indruk dat er nog een constructieve bijdrage wordt verwacht van mij: er is een commentaarvenster, daar moet dwangmatig een woordenbrij van gescheld ingetikt worden, en dan moet die knop verzenden ingedrukt worden. Meer is er niet aan. U kent die van de special olympics en ruziemaken op het interwebs? Juist ja.

Aniehoew. Iets anders. Mijn kleine is het stadium van de bumba, babytv, hopla en uki nu finaal ontgroeid. Ik doe daar nog elke dag een klein vreugdedansje over, hoewel Dora en die vreselijke Kwiskwat nu ook niet echt een verbetering te noemen zijn. Tegenwoordig echter is ze helemaal wild van Disney-dvds. Dumbo, en Sneeuwwitje en Bambi, om precies te zijn. Wij kijken daar gecensureerd naar: de griezelige stukken worden geskipt. In Dumbo bijvoorbeeld, zitten minstens drie fragmenten waar ik zelf van moet janken. En ik heb niet graag dat het kindje droevig is. Dus spoel ik preventief door.

Dit weekend stond er een column in de gazet van Heidi Lenaerts, die daar kwam te zeggen dat zij dat niet deed. Omdat haar kinders maar beter kunnen leren dat het leven niet altijd cool is. En dat ze het beter kunnen zien in een tekenfilm dan dat ze het voor het eerst in het echt moeten ontdekken.

Eigenlijk is daar ook iets voor te zeggen, bedacht ik toen. Maar ik weet het dus niet. In boeken doe ik het niet, dingen verdoezelen. Boeken lees je zelf voor, dus daar kan je relativeren zoveel als nodig. Maar die films, met die dreigende muziek en die boze heks met haar appel: brrrr.

Wat doen jullie eigenlijk? Censureren of niet?

En al internet

Ja euhm welkom en al.

Zo. Wel. Euhm.

*zwijgt*

U bent opeens wel met heel veel zeg. En allemaal hier gekomen met die linkjes overal. Dat is mooi en ik ben zeer geflatteerd. Maar het is tegelijkertijd lang geleden dat ik nog zo schrik had van mijn eigen virtueel erf, feitelijk.

Want normaal gezien kennen wij elkaar, mijn lezers en ik. Vaak al jaren, en dat scheelt een eind. Ze weten bijvoorbeeld dat ik al eens durf te razen, en ik stel me voor dat ze dan even met hun ogen rollen achter hun pc en dat het dan weer over is.
De volgende dag schrijf ik dan over mijn dochter die pipi in de broek doet. Zo gaat dat hier.

Allez, niet dat u niet welgekomen bent, natuurlijk. Zet u, drinkt iets, neem een koekske.
Maar stel er u nu ook niet te veel van voor, wat betreft die meningen. Want ik heb ze wel, maar ze zijn in het echt meestal een pak voorzichtiger.
En behalve meningen heb ik ook een kind, een verbouwing, een job en de drang om de dingen die ik kook, zie, doe, denk en voel online te zetten. Dat u het weet: het is hier eigenlijk een wijvenblog, zo wordt gezegd, en u werd gelokt met een naar het schijnt Relevante Opinie. Hadden we u efkes goed liggen, zeg.

Enfin. Ik ben trouwens blij dat u commentaren geeft op dat stuk hieronder. Eens met elkaar discussiëren op een volwassen manier, dat is altijd een goed idee. Ik zal dan dit weekend ook eens meedoen, maar eerst moet ik examens afnemen en verbeteren. Ondertussen: blijf een beetje vriendelijk voor elkaar. Het is de website van de gazet niet.

Maar welkom. En mijn kleine is deze ochtend flink op haar potje geweest. Number one and number two.

Neen!

Misschien dat ik nog iets inhoudelijks schrijf ook, maar nu ben ik vooral kwaad. Pardon.

Hé, u daar met uw smartphone op twitter en facebook. U met uw iPad vol meningen en tijd om die online te verkondigen, tijdens en buiten de werkuren. U bent het die in de gazet van vandaag staat onder het kopje dat de Vlaming de staking niet moet. Gezien?
Ja inderdaad. De burger, die is tegen de staking. U las het – u volgt uw actualiteit, nietwaar – overal, en u heeft uw meningen knikkend bevestigd gezien. Daar in uw aangenaam warme huis (de thermostaat springt aan een uurtje voor het opstaan, dan is de kilte zo fijn gebroken) tijdens uw ochtendkoffie. U, de burger, bent goed bezig.

U bent de burger, zo blijkt. Niet de mama van twee die slechts deeltijds gaat werken omdat één van de kinders vaak ziek is en opvang niet gemakkelijk is. Die heeft geen tijd en geen geld om online meningen te hebben.
U bent de burger. Niet die gast die in ploegen aan den band werkt en elke maand moet scharten om rond te komen. U bent de burger, niet die 15% van de Vlamingen onder de armoedegrens. En ook niet het grote aantal procenten dat daar net boven zit, en dat ploetert om te overleven.

En mijn god: wat is dat confronterend, dat u het bent. U bent mijn tweeverdieners-eigenhuis-fijnejob-elkjaaropvakantie-peergroep en ik schaam mij diep over uw kortzichtigheid. Want de staking, het is een schande, zo hoor ik u roepen. Wij willen werken, wij nemen onze verantwoordelijkheid in tijden van crisis. Ik schaam mij diep, omdat u net geen verantwoordelijkheid neemt. U denkt aan uzelf, niet aan de anderen. En voor u luidruchtig protesteert: met anderen bedoel ik niet “mensen die het even goed hebben als u” maar mensen die het minder goed hebben dan u.

U hoeft van mij niet te staken. Dat doe ik tenandere ook niet, want het zijn examens. Dus gaat u vooral werken, als u dat wilt. Maar ik zou het bijzonder fijn vinden als u zou stoppen met clichématig te schelden op mensen die wel staken. Mensen die wel actie voeren. Omdat het water hen aan de lippen staat en de nieuwe veranderingen hen wanhopig maken. Want 30 januari is het verheffen van een stem, door een groep mensen die dat niet doet op forums en twitter en facebook. Probeer daar verdorie eens wat respect voor te hebben.
Ik las het ergens, en kan het niet beter verwoorden dan dit: De bovenkant van de middenklasse vecht met de onderkant er van. Ondertussen lachen zij die de crisis niet voelen met ons.

Voor de rest zijt ge heel flink, lieve burger. Met uw profielfoto’s van “Ik staak niet” (kijk eens, meester, hoe verantwoordelijk ik ben. Toe, geef mij een schouderklopje.) en uw gevatte sarcasme. Ik ben er zeker van dat uw baas u zeer dankbaar zal zijn.

werk

Armoede door kinderogen.

Losse flarden uit een studiedag.
– vroeger stond er in de grondwet “het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht”. In de jaren 80 is dit gewijzigd naar “De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht”.
– Kinderen zijn onverdacht. Bij volwassenen kun je eventueel nog vragen stellen bij de oorzaken van armoede, maar kinderen hebben nooit gekozen voor armoede. Ze worden geboren in onze wereld, die draait volgens regels die wij bepaald hebben. (Pinxten)
– De armoedegrens ligt op 878 euro per maand voor een alleenstaande, 2044 euro per maand voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen. Een leefloon is 770,18 euro voor een alleenstaande, 1026 voor een samenwonende met minstens Eén kind ten laste.
– 14,6 % van de Belgen leeft onder de armoedegrens. Bij jongeren is dit 18,5%. Bij kinderen van 0-2 jaar is dat 22%.
– Er is een steeds groter wordende groep werkende armen. Mensen met een job, die net onder of boven de armoedegrens zitten.
– 51% van de Gentse gezinnen zijn alleenstaanden of éénoudergezinnen. (Termont)
– Alleenstaande ouders hebben 35% kans ooit in armoede te verzeilen. (Van Besauw)
– De beter gesitueerde burger moet een bewustzijn krijgen van de verhoudingen en van de veralgemeende precaire situatie van loon- en weddetrekkenden vandaag.
– Gelijke kansen mogen niet als een gunst gezien worden, maar als een rechtvaardigheid. (Van Besauw)
– vzw Huize Triest bood in 2009 overnachting aan 423 kinderen. Zij zijn beschikbaar van maandag- tot donderdagavond. Waar slapen die kinderen op vrijdag, zaterdag en zondag? (Bens)
– Voor kansarmen is “ouder zijn” vaak het enige dat hen een positieve identiteit biedt. Daardoor staan zij minder open om hun kinderen naar kindopvang of school te brengen. (Versnick)
– de stress, de ongezondere omgeving en tekort aan positieve stimuli in een kansarm gezin zorgen voor achterstand die men kan vaststellen in de hersenen.
– Armoede tekent kinderen, en dat dat gradueel en voor het leven.
– Minimaal kan men stellen dat een actie de mensen waarop ze slaat niet dieper in de put mag helpen dan nu het geval is. Dat werd terecht ingebracht tegen het miserabilisme van sommige geldinzamelingsacties. De enige die daarbij met een goed gevoel weg komt is degene die een beetje geld geeft, want hij heeft dan voor even een goed geweten.
– In een tijd waarin het Ik als ultieme beoordelaar, doel een waardemeter wordt voorgesteld, lijkt onze cultuur als enige ooit en als enige ook in de wereld solidariteit als een soort versleten jas van een oude ideologie bij het grof vuil te willen zetten. Dat hebben we niet meer nodig, heet het: het individu is bevrijd en heeft nu eindelijk het recht om helemaal zelf te beslissen wat goed is voor haar of hem alleen. Ik ben geen cultuurpessimist, maar een sociale wetenschapper (…) er bestaat zover we weten geen enkele cultuur die zichzelf gecontinueerd heeft, die NIET een of ander vorm van solidariteit kent. (Pinxten)

Pascal Smet had afgezegd, trouwens. En er was geen vertegenwoordiging van de minister.

kinderspam

Dingen die ze u niet vertellen.

Michel zette op facebook een link naar The 5 most Horrible Things Nobody tells you about babies. Vreselijk moeten lachen, hoewel ik nog niet alles heb meegemaakt (pfiew). Maar varianten wel. Daarom een lijstje.

1. Vroeg of laat gaat ge uw baby bewust pijn moeten doen of ambetantigheid moeten bezorgen, gewoon omdat dat het beste is. Dat doet vreselijk veel zeer aan uw moederhart en het went niet. Nooit.
Toen de dochter heel klein was sukkelde ze vreselijk met haar luchtwegen en oren. Van december (toen ze zes maand was dus) tot april heeft ze constant gehoest, gepuft met cortisone en ging ze van antibioticakuur naar antibioticakuur. We moesten toen haar neus drie keer per dag spoelen met fysiologisch water omdat dat de enige manier was om te voorkomen dat ze nog meer oorontstekingen zou krijgen. Ze haatte dat. Terecht: ik heb het bij mezelf geprobeerd en het is op zijn minst onaangenaam. De kleine schreeuwde de hele Gentse rand bij elkaar en iedere (ja, iedere) keer weer ging ik een beetje dood van medelijden.
Nog erger: op een bepaald moment suggereerde de kinderarts kine voor de luchtwegen. Dat betekende minder medicatie en had heel goede resultaten. We zijn dat dan ook blijven doen, twee maand lang, vier keer per week, maar ik ga nooit vergeten hoe erg dat was. Mira haatte de kine met een koppigheid die haar latere peuterkarakter al voorspelde. Ze zette haar keel open toen we nog maar binnenkwamen en huilde tot we buitengingen. Een half uur lang, met tranen. Met tranen is het ergste, dat weet iedere ouder, want dan is het echt verdriet. Het lief is een paar keer geweest, maar kon het echt niet aanzien. Ik heb doorgezet, en ben blij dat ik het gedaan heb, want het hielp ongelooflijk goed. Maar het zijn nog steeds littekens op mijn moederziel die venijnig trekken als ik aan haar gekrijs van toen denk.

2. Kinders kunnen alles rapper dan ge het verwacht. Ze kunnen opeens uit hun bed. Opeens alleen de trap op. Opeens de deur opendoen. Opeens het mes van het aanrecht nemen.
Consequentie: vroeg of laat doet uw kind zichzelf pijn. En denkt ge dat het uw schuld is, omdat ge onvoorzichtig zijt. Dat is het ook, maar het gebeurt vroeg of laat en ge kunt alleen maar hopen dat het niet te erg is.
Toen Mira een paar maand oud was kon ze al een klein beetje rollen. Niet vlotjes. Dacht ik. Tot ze in het midden van het grote bed lag, ik me omdraaide om een T-shirt uit de kast te nemen en ze opeens op de grond lag.

3. Kinders prusten aan alles en maken zo dingen kapot. Om maar iets te noemen: als ge kleingeld stopt in de stekker waar de gps in moet, dan geeft dat kortsluiting en is dat kapot. En dat is in allebei de auto’s zo, ja. Materiaal is vervangbaar, maar vervelend is het wel.
Ge moet wel een beetje opletten met kleine dingen en de neiging om die in de mond te laten verdwijnen, ook. Niet alleen bij kleine baby’s, ook bij grotere kinders. Getuige de dochter die zich vorige week opeens in een haarspeld verslikte.

4. Kinders zijn soms genant, zelfs als ge niet snel gegeneerd zijt. Krijsen in de supermarkt, tegen de onthaalmoeder zeggen “draai u keer om, ik wil een foto nemen maar ik zie uw tetjes niet”: het doet mij allemaal niks. Maar vorige week op het nieuwjaarsfamiliefeest, toen ze antwoordde op de vraag “is je papa gaan werken”: “papa is thuis, hij wilde alleen zijn”, toen bloosde ik toch even. Vooral omdat hij dus echt gaan werken was.

5. Vroeg of laat belt ge het antigifcentrum. Bij ons was dat omdat we het tubeke zuurstofwater (voor het loopoor) en het tubeke fysiologisch water (voor de neusspoeling) door elkaar hadden gehaald. Ooit al eens de neus van een kind gespoeld met zuurstofwater? Dat bruist. En doet pijn.
(Geen erg, zeiden ze daar trouwens, alleen wat ambetant maar niet dodelijk. Wel heel slecht voor mijn moederzekerheid, dat dan weer wel.)