kinderspam

De knopkes.

De laatste zes weken heb ik keihard gewerkt. Examens, en de bijhorende stress: het is niet alleen voor studenten de mottigste periode van het jaar, neemt u dat gerust van mij aan. Ik heb de dochter dan ook veel minder gezien dan ik wilde, en zij is dat –net als ik– niet gewend. Wij doen normaal van twee-handen-één-buik, Mira en ik, en we spenderen vreselijk veel tijd samen. Dat krijgt u, met een man die al drie jaar de ene drukke periode naadloos heeft laten overvloeien in de andere. Sinds november is hij meer thuis, echter, en neemt hij veel uit handen. Dat is fijn, maar mijn kleine en ik, wij missen elkaar. En zij, ze weet op welke knopkes ze moet duwen om mijn hart helemaal te breken. Zoals vanochtend.

De laatste weken sta ik ‘s ochtends op om half zeven, en vertrek om half acht naar het werk. Dat is het uur dat zij wakker wordt, met dank aan het schaap. Meestal zie ik haar een paar minuten, ze zit bij mij op de badkamer terwijl ik kleren aantrek en mijn haar kam door mijn haar roefel, en dan geef ik haar door aan haar papa. Ik vind dat niet leuk, maar het is niet anders.

Vandaag moest ik voor het eerst in lange tijd pas om negen uur op het werk zijn. Deze ochtend toen ze wakker werd vroeg ze: Mama, moet jij jouw kleertjes aandoen? Toen ik antwoordde dat ik nog even mijn pyjama mocht aanhouden kreeg ik de schoonste glimlach van de wereld en gooide ze haar armen om mijn nek.

Fast forward drie kwartier later. We zitten in de zetel, onder een deken. Een conversatie.
Mira, nu moet ik mij klaarmaken om te gaan werken.
Maar neen, mama. Jij moet niet werken vandaag.

Jawel, zoetjen. Ik moet een beetje doordoen, zelfs, want het is al laat.
Mama toch. *ze kijkt mij diep in de ogen en legt haar mini-hand op mijn gezicht* Blijf jij maar nog een halfuurtje bij mij. Je mag een beetje rusten vandaag.

Ik kon wel janken. Echt.