Month: July 2012

En al

anticrisis.

De gedachte van de ochtend: ik mis rommellandje, maar al een geluk dat ik de anticrisis nog heb.

Als ik iets nodig heb dat ze in elke doorsnee supermarkt in principe verkopen, maar ik weet dat ze het daar ook hebben, dan ga ik naar de anti-crisis. Gewoon omdat die winkel dus anti-crisis heet en ik dat vreselijk grappig vind. Emmers, dweilen, plastiek dozen, tassen, haarrekkers, brikets: die haalt u daar.

Ik heb een voorliefde voor dat soort doeningen. Een verzameling plastiek rommel. Appelblauwzeegroene thermoskannen met knalrode bloemen. Haarspelden met van die glazen edelsteentjes. In veel verschillende kleuren. Ik zweer u dat ik er recent zelfs scrunchies vond.

Dat is één van de voordelen van mijn schone wijk: fluo-roze scrunchies op wandelafstand.

kinderspam

Het paniekske.

Ik wikkelde haar in een handdoek, suste dat ik haar vasthad, en droeg haar de dijk op. Na 50 meter vielen haar ogen dicht, en stond mijn hart stil. Want mijn kind slaapt nooit gemakkelijk, en is sinds haar zes weken ofzo nooit meer op mijn arm in slaap gevallen.

In mijn hoofd was ik al naar spoed onderweg. Gelukkig zijn mijn lief en mijn ouders rustiger en werd het kindje naar het appartement gedragen. Ik hield me min of meer kalm, we overtuigden haar water te drinken en zagen haar langzaam opknappen. Ik nam haar mee onder de douche en ze zong liedjes met de sproeier als microfoon. Op weg naar huis in de auto deed ze een dut, thuis was ze humeurig zoals altijd als ze moet opstaan en ze geen zin heeft, maar daarna at ze. En dronk ze. En speelde ze. En ik bleitte een oog uit van de opluchting.

Geen idee wat er gebeurd is. Een uur eerder maakte ze nog modderkakataart in het zand. Tien minuten eerder liep ze nog brullend met een namaakspin grote jongens achterna. Vijf minuten eerder zat ze nog in mijn nek te zingen op weg naar de zee. En toen opeens gilde ze iets over buikpijn, geraakte in paniek en begon te huilen. De tien volgende minuten in een beklemmend strandtoilet zal er misschien iets mee te maken hebben. Vermoeidheid door de derde dag op rij zonder middagdut (een experiment, morgen gaat ze slapen, echt) en een heerlijk maar druk weekend aan zee en op humorologie. Misschien dit gecombineerd met het laatste restje energie eruitpersen door die gigantische huilbui. En misschien had ze wat last van de warmte, en wat te weinig gedronken. Kinders, ge kunt daar soms niet aan uit.

Alleszins. Ze viel in slaap en mijn hart stond stil. En dat terwijl ik zeker al tien miljard keer vurig om in slaap vallen heb gebeden.