projecten

Het zou ook kunnen dat ik het helemaal fout doe.

In het diepst van mijn gedachten heb ik groene vingers. Ik sta zelfs met een reportage in de Feeling, waarin ik uitgebreid mijn wilde tuin — waar veldbloemen de hoofdrol spelen en de vlinders uit de verre omtrek verzamelen blazen– toelicht. Enkel foto’s van mijn hof, niet van mijzelf, want ik sta niet graag op foto’s, u weet dat. Allez, er is een foto waar ik opsta, maar ge ziet mij enkel langs de achterkant, terwijl ik schoffel of hoe heet dat zo’n dingen die mensen in tuinen doen. Mijn poep ziet er mager uit in mijn Laura Ashley-bloemenjurk en ik heb een grote witte zomerhoed op mijn hoofd. Mijn lange haar hangt op mijn schouders, onder de hoed. Het is gekamd.

Not going to happen, uhuh.

Maar de feiten blijven de feiten: ik schart zo’n 3 tot 4 weekends per jaar graag in aarde en verpot al graag eens een primula of vijf. Ik neurie ondertussen. En binnenkort hebben wij dus een hof. 45 vierkante meters, in het midden van de stad, eerlijk gekocht. Ik ben, en ik druk mij zacht uit, zeer opgewonden over dat idee. En ik heb grootse plannen, want voor het eerst in mijn volwassen leven zal ik beschikken over volle grond om dingen te planten. Op termijn wordt alles eetbaar in de hof, denk ik, en daarmee begin ik nu te experimenteren. Dat is supervolwassen van mij, vind ik persoonlijk. Vanaf nu zeg ik dus: hobby’s? Ohja, zo wat tuinieren hé.

En dus heb ik turfpotjes gekocht en kruiden gezaaid deze week. Geen idee hoe dat moet, maar mijn logisch verstand zegt: aarde, zaadjes, potjes, alles door elkaar mengelen, vochtig houden. Hopla plant binnen een paar weken. Juist?

Little helper.