Month: July 2013

projecten

Over de handleiding.

Wij hebben altijd een huis met een complexe handleiding gehad. Als u ook een oud huis heeft verbouwd dan weet u vast wat ik bedoel. Dan hoort u uzelf op regelmatige basis zaken zeggen zoals: ja, als het niet direct opengaat moet ge eerst een klein beetje naar links draaien en dan terug / ge moet de klink een 45 graden ophoog houden voor ge de sleutel kunt omdraaien / oei, laat het water efkes lopen, anders straks putjesgeur / om dat vliegenraam erin te krijgen moet ge eerst drie keer op uw linkerbeen huppelen en dan about a girl van nirvana achterstevoren zingen.
Allez. Courante dingen. U kent dat wel.

Wij gaan binnenkort op reis, en ondertussen komen er mensen in ons huis wonen. Zij zitten tussen twee woonsten in, onze kat heeft gezelschap. Winwin. Daarnet gaf ik een rondleiding. \”De wasmachine, dat is gewoon deur dicht en op de knop.\” \”De douche: temperatuur daar, soort douche daar\” \”Die sleutel is van deze deur, dat is van die\”.

Ik was er achteraf niet goed van: op zes jaar tijd hebben wij de volledige complexe handleiding van ons huis verbouwingsgewijs geëlimineerd. Alles werkt. Alles is vernieuwd. Alles is normaal. Ik werd er zowaar emotioneel van, zo fier ben ik.

En toen vroeg mijn lief: \”Ge hebt toch uitgelegd aan L. dat ze de rolluik niet volledig omhoog mogen doen want dat die anders vastzitten, hé?\”

En al

Aurore.

Gisteren stond hier een post, die u misschien heeft gelezen, maar die ik ‘s avonds opnieuw heb verwijderd. Omdat het te laat was, en ik alleen maar heel luid kon vloeken. Het was een oproep om mee uit te kijken naar Aurore, één van mijn oud-studenten, die in het weekend verdween na een avond op de Gentse Feesten. Ondertussen heeft u vast gelezen dat het niet goed is afgelopen. De kranten staan er vol van. Wat ik nu schrijf is niet wat ik gehoopt had te schrijven.

Ik heb elk jaar een 400-tal studenten. Ieder jaar studeren er een kleine 100 af waar ik zelf les aan gegeven heb, vaak drie jaar lang. Dat zijn een massa jonge mensen, op die ondertussen acht jaar. Maar vanaf het moment dat ze in mijn klas komen zijn het mijn studenten, allemaal, en ik voel sinds dit weekend voor het eerst zo scherp dat ze het blijkbaar voor altijd blijven. Studenten van mij.

Ik zie ze binnenkomen op 18, als onzekere vogeltjes of als stoere jonge mensen — nauwelijks de puberteit ontgroeid. Ze lopen door mijn leven, jaren aan een stuk.
En dan vliegen ze uit, naar scholen en levens over heel Vlaanderen. Of beter: heel de wereld.

Het is het schoonste dat er is, in dat proces een stuk mogen meewandelen met hen. Het lijkt mij het moment om hen dat even te zeggen, want sommige lezen hier mee, ik weet dat. En ze weten dat niet, hoe ik dat een gigantische eer vind, dat ik hen mag zien opgroeien.

Van die 800 studenten die ik ondertussen al heb zien afzwaaien zijn er een aantal die ik nog volg. Ze geven les op scholen waar ik kom, ik loop ze regelmatig tegen het lijf in de stad, of ze hebben me ooit toegevoegd op facebook na hun afstuderen. Zij zijn nog meer van mij. Meestal zijn het studenten met wie ik een goeie band had. Die ik wat beter ken. Aurore en haar klas waren zo’n studenten. En hoewel ik haar al een paar jaar niet anders meer kende dan online, was ik de afgelopen dagen volledig van de kaart, sinds het opsporingsbericht op haar facebookprofiel.

Mijn van slag zijn is niets in vergelijking met de pijn van ouders en familie, het verdriet van haar vrienden en vriendinnen. Ik kom niet verder dan vloeken zelfs. En mijn deelneming aanbieden aan haar naasten.

Alleen maar dit tot slot. Het was me een waar genoegen om Aurore in de klas te mogen hebben, en haar volwassen te zien worden.

Slaap zacht, meiske.

En al

Halfweg, de hitte en de mambo-teleurstelling.

De Gentse Feesten zijn ondertussen halfweg en ik heb nog niet eens verteld wat ik allemaal al gedaan heb. Wat voor lifelog is dat hier feitelijk geworden? Een sporadische lifelog, blijkbaar, die (ik heb dat gehoord op de Feesten, ik verzin het niet) altijd maar dieper wordt wel. O-oh, blozen zeg.

Daarvan gesproken: op één van de avonden had ik dus een gesprek met gyprocman (Lang verhaal. Mijn lief is niet goed met namen.) over de oertijd van het internet. Toen meningen nog niet gedeeld werden in maximum 140 tekens, maar in lange blogposts met links en alles. De tijd ook dat ge nog ongeneerd een babyblog mocht hebben *wait for it* geschreven vanuit het oogpunt van de baby. Zij die daar toen al eens een ergernis aan durfde verspillen blogt ondertussen weer, trouwens. Want alles komt uiteindelijk weer terug en ook goed. Persoonlijk zou ik dat toejuichen, dat u allemaal weer een blog begint. Ik mis u.

Maar goed. Gentse Feesten dus. Op zaterdag ging het kindje aan zee logeren en wij in het feestgedruis. De eerste avond hebben we wat tradities af te werken, dus aten we mosselen op de graslei. Daar ontdekten we dat als mensen die op tv komen moeten wachten op hun gereserveerde tafel, ze vieze likeurachtige drankjes van het huis krijgen als excuses. Vieze drankjes waar elk weldenkend en beleefd mens slechts één ding mee kan doen: uitdelen aan bekenden die passeren.

Andere tradities: we schoten aan het schietkraam, de vrouwen wonnen, we kozen een gekke hoed en trekbommetjes. Elk jaar hetzelfde, ja.
We hingen even op het terras van een bar waar drankcombo’s van 699 euro op de kaart staan. Ge krijgt wel vuurwerk als ge het bestelt, maar toch: ik wil niet eens uitrekenen hoeveel uren ik daarvoor les moet geven. En ook niet hoeveel ouder ik ben dan de mensen die het bestellen.
Verder was er het al even traditionele Sint-Jacobs, en het hypertraditionele zonsopganggedoe op de vlasmarkt. De kater op zondag was matig en onmiddellijk weggespoeld met een duik in de zee. 18 graden is de temperatuur dat uw hoofd doet opklaren, zo blijkt.

Maandag deden we ontbijt in de stad, MIAT, kermis en nam ik de dochter mee naar De Campagne, waar ze zich te pletter knuffelde aan konijnen en misselijk at in ijscrème. Want het zijn Gentse Feesten voor iedereen, nietwaar.
Dinsdag een kindloos uitstapje naar Boomtown, waar ze nu gekke bekers hebben ingevoerd zodat iedereen daarover kan praten. Op woensdag lieten we ons kind schminken als een koloniaaltje en stopten haar in een kooi, en vandaag deden we uitstekende cultuur in de vorm van 4Hoog. Alweer de allerbeste kleutervoorstelling op de Feesten, dus ga erheen. Echt. Ter compensatie voor zoveel verantwoord ouderschap aten we achteraf vuile hamburgers en wonnen plastiek brol aan het viskraam.

En zo is het al donderdag. De Vlasmarkt stinkt in den achternoen, en binnen een dag of vier wordt de stad van mijn leven doods en verlaten.

Gelukkig hebt ge mij dan nog. Met mijn diepe blogposts.

Edit: ik heb niets geschreven over de mambo in de titel. Het is vakantie. Sorry.

Ja!

Ah ja.

Ah ja, hoe gaat dat. Na jaren koppig weerstaan besluit ge toch om aan de instagram te gaan. Er is geen beter moment dan de Gentse Feesten. Omdat ge soms gewoon moet springen, zelfs al weegt ge nog niet de gevraagde “vanaf 15 kg”.

She jumps.

Ja!

Ja, we gaan dat uitvergroten hé.

De dagen gaan hier nog steeds open en dicht, alsof het nooit anders geweest is en nooit anders zal worden. Deze ochtend nog, bij een ontbijt van koffie, perzik, ahornsiroop en yoghurt, zuchtte ik tot man en kind: “ik wou dat het voor altijd grote vakantie was, en om half tien al 21 graden.” Ik zie nu al een knoert van een herfstdepressie aankomen.

Het is hier misschien wat stil, ik besef dat, maar ik zit voornamelijk in de tuin en in de zee en in het zwembad. En overal, behalve achter mijn computer. U vergeeft het mij ongetwijfeld.

Maar dat betekent wel dat ik u nog niet had bericht over die keer dat mijn lief aan het knutselen sloeg met zijn maat. En er opeens dit was.

Er komt gauw meer, en de antwoorden op de FAQ zijn: “ja”, “goh wie weet” en “omdat het plezant is”. In die volgorde.

Er is een website, een facebookpagina en een twitterieding. Want als ge een vrouw hebt die van internet doet en een streber is, dan wordt ge daartoe verplicht.