En al

Daarom. #15dec

I.
We praten over wat de baas zijn betekent, zij en ik. We zitten in de auto, zoals vaak als we dat soort lange gesprekken hebben. Ze vertelt over dat de baas zijn betekent dat je dingen mag beslissen en dat iemand anders dan moet luisteren. Ik voeg eraan toe dat de baas zijn ook betekent dat je goed moet zorgen voor degene waarover je baas bent. Dat ik dingen mag beslissen voor haar, maar dat ik ook moet zorgen dat ze blij is, gelukkig, dat ze eten heeft en dat ze veel kan spelen. Dat ze elke dag rustig kan beginnen en content kan eindigen. En hoe dat eigenlijk belangrijker is dan dat ik mag beslissen hoe laat ze moet gaan slapen. Ze knikt en zegt dat ze het begrijpt.

II.
Af en toe ga ik groenten halen voor een soepbedeling, hier in de buurt. Op vrijdagen in de winter koken vrijwilligers soep en die wordt dan gratis uitgedeeld. We halen daar groenten voor op bij een aantal winkels in de buurt.
Vorig jaar waren wij zowat de enigen die de winkels om eten vroegen. Dit jaar komt er elke dag wel een organisatie voedsel ophalen.
Als ik informeer naar hoeveel mensen soep halen op vrijdag, krijg ik als antwoord: Veel. Veel meer.

III.
In de financiering van scholen wordt (onder andere) een onderscheid gemaakt tussen personele middelen en werkingsmiddelen. Beiden werden deels berekend op basis van het % kinderen met een SES-status. SES staat voor Sociaal-Economische Status. Een paar weken geleden maakte de minister bekend dan de SES-werkingsmiddelen een correctie zouden krijgen want “verwarming kost voor iedereen hetzelfde, rijk of arm.”
Met deze correctie worden budgetten van scholen met een kwetsbaar publiek overgeheveld naar scholen met een minder kwetsbaar publiek. Er wordt verwarming van betaald, van die middelen, maar ook maaltijden van kinderen, een warme jas, extra ondersteuning, didactisch materiaal dat nodig is als je kinderen die extra omkadering in je school hebt. Dat is een simpele, brute verschuiving. Geld van mensen met weinig geld dat naar mensen met veel geld gaat.

IV.
Ik werk sinds dit jaar 80%. De reden daarvoor is heel simpel: ik hou een 100% niet vol, zo blijkt. Dat heeft niks met mijn gezinssituatie te maken (ik heb het goed, ik heb veel ondersteuning, ik moet me financieel nooit zorgen maken) en nog minder met mijn werklust. Wie mij kent weet dat ik keihard kan werken en volledig ga voor mijn job. En daar sta je dan, opeens. 36 jaar, de job van je leven en het besef dat je het niet kan, voltijds. Dat je permanent moe bent en dat het water maandenlang aan je lippen staat.
Het hoger onderwijs zal opnieuw besparen, binnenkort. Ik zal mijn job niet verliezen, want ik werk daar ondertussen lang. Ik zal wel nog harder moeten werken. En dus waarschijnlijk naar 60 of 70% moeten gaan om een gewone 40-urenweek te hebben.

V.
Als je in cultuur jonge makers ondersteunt, dan krijg je boeiende dingen. Mensen die voltijds kansen krijgen om hun talenten te ontwikkelen en daar financieel de ruimte voor krijgen. Ik ken er een paar. Een paar ook die nu nog afhankelijk zijn van die steun. Als mensen hen subsidieprofiteurs noemen, dan bloedt mijn hart. Het gaat om net voldoende geld om te eten, ergens te wonen, en dan toch bezig te zijn met hun creatieve talent. Er wordt nu door de besparingen een hele generatie makers gekortwiekt. Mensen die hun talent niet kunnen ontplooien, die geen kansen krijgen en iets anders moeten gaan doen. Want iedereen moet eten. Het effect daarvan zal pas binnen tien jaar zichtbaar zijn.

VI.
Als ik de regeerakkoorden lees, dan moet ik wenen. De vaagheid en de beknoptheid van passages rond armoede, bijvoorbeeld. De nadruk op repressie. Het fundamenteel wantrouwen tegenover burgers. Het accent op “iedereen is voor zichzelf verantwoordelijk” en “als het niet lukt is het toch wel je eigen schuld”.

VII.
Als ik de berichten lees over de concrete maatregelen die deze regeerakkoorden betekenen, dan heb ik zin om dingen stuk te gooien. Geen gratis openbaar vervoer meer voor kinderen en oudere mensen, schrapping van ondersteuning in alle sociale sectoren, geen projecten meer rond spijbelen bijvoorbeeld, minder ruimte voor ontwikkeling en professionalisering,… Er lijkt geen einde aan te komen. Alle ademruimte die een samenleving nodig heeft om te groeien wordt zorgvuldig afgenepen.

****************

Het is 14 jaar geleden dat ik nog heb gestaakt en vandaag heb ik lessen noch vergaderingen in mijn agenda staan. Daarnet heb ik een mailtje gestuurd dat ik niet werkte. Want genoeg is genoeg is genoeg.