internet

all things online

internet

En toen was het april.

Ahum.

Ge knippert met uw ogen en hopla, we zijn vijf maand later. April. De lente was een week in februari, die ging weer voorbij en toen werd het weer winter en nu komt er weer lente. Er staat een buitenhaard in mijn hof en ik kan daar pizza op bakken. Dat zijn schone vooruitzichten.

De heerlijke zekerheid van een blog: ook na maanden stilte is het niet meer dan een venster opendoen en “new post” klikken. En dan zijt ge plots terug. Hoi daar, internet.

Sinds november is het hier stil. Daar zijn redenen voor, waarvan ik sommige al weer vergeten ben.
Er was een eindspurt van een semester.
Er was een heerlijke mini-vakantie met vrienden.
Er waren feestdagen en familie.

Er was een première van mijn lief en hij ging op tournee.
Ik nam examens af en verbeterde die.
Ik studeerde ondertussen en legde zelf examens af. Ik vond mijn draai in dat studeren en dat was de grootste verwezenlijking van januari 2019. Waar ik vorig jaar onzeker was en niet goed wist hoe eraan te beginnen, had ik dit jaar mijn methode gevonden en lukte het wonderwel om dingen te verwerken op weinig tijd.

Behalve statistiek. Statistiek ligt zo ver uit mijn comfort zone dat als ik statistiek aan het studeren ben, dat mijn gevoelens over wat ik kan en mijn perceptie over mijn aantal hersencellen allebei zware dieptepunten bereiken. Ik ben erdoor geraakt, hakken over de sloot, maar dat blijkt dus niet evident. 25 jaar zonder wiskunde zal er wel iets mee te maken hebben ongetwijfeld. Nu nog 3 statistiekvakken. En wekelijkse bijles.

Ondertussen is het tweede semester begonnen en alweer bijna klaar. Ik gaf les, deed stagebezoeken en volgde zelf les. Veel prikkels, veel ballekes om in de lucht te houden en permanent te weinig tijd. Paasvakantie dan maar.
Ik ging naar zee en maakte een planning voor de examens die er nu aankomen (waarover later meer). En we zijn hier thuis ook bezig met Een Groot Project (waarover later meer).

Maar nu is er dus een voornemen: weer af en toe schrijven.
Want ik mis mijn blogerf wel.
En jullie.

Dus daarom: first things first.
Hoe is’t met jullie eigenlijk? Of zijn jullie nu allemaal weg en komen jullie nooit meer terug?

internet

Kinderen en social media.

Gisteren heb ik op een bepaald moment een foto gepost van onze muur hier thuis, op Twitter. En ondertussen is die bijzonder veel keer gedeeld en becommentarieerd. Ik dacht net: hm, de mensen zijn daar precies mee bezig. En Twitter is een vluchtig medium, dus misschien moet ik daar iets over schrijven dat dan achteraf nog raadpleegbaar is ook. Bij deze.

Toen ik de foto deelde was ik op Apestaartjaren, het Vlaams Mediawijs Congres. Dat is altijd een hele fijne dag voor mensen uit mijn sector en joepie in Gent dus ik kon gewoon met de fiets. Niet alleen waren er een heleboel zeer interessante sprekers, de resultaten van Apestaartjaren 2018 werden er ook voorgesteld. Die Apestaartjaren, dat is een tweejaarlijks onderzoek naar het mediabezit en gebruik bij kinderen tussen 6 en 12 jaar en jongeren tussen 12 en 18 jaar in Vlaanderen.

De foto die ik had gedeeld toonde onze Instagram-regels hier thuis. De dochter zit namelijk op Instagram, sinds een paar maanden, maar zoals ik haar ook niet als kleuter alleen met de fiets het stadsverkeer instuurde, begeleiden we dat hier thuis nogal zorgvuldig.

Dit zijn de regels die we samen met haar hebben opgesteld. Maar er zijn nog twee dingen die hier niet opstaan:
1. Ze heeft haar eigen paswoord niet.
2. Wij kunnen allebei op haar account vanop onze telefoon. Instagram laat dat gemakkelijk toe.

Ze weet al die dingen. Dus we zitten niet geniepig haar account te checken, maar ze weet dat we het kunnen.
Ze is ook niet zo heel actief, momenteel. Maar ze was wel heel nieuwsgierig een paar maand geleden en dus hebben we het samen onderzocht, uitgelegd en de grenzen bepaald. Zorgvuldig, zoals ik al zei.

Dat we daar zorgvuldig in zijn heeft verschillende oorzaken. Wij zijn allebei nogal actief op social media (ha, ziehier een understatement) en eerder ervaren in dat hele gedoe (hierzie, nog een understatement). We zijn er allebei niet bang van, samengevat. Daarnaast is media bij kinderen ook mijn job: ik werk als lerarenopleider aan de HoGent en geef daar media aan studenten leraar kleuteronderwijs en lager onderwijs. En hoewel ik les geef aan studenten in het hoger onderwijs, zijn de kinderen van de lagere school dus wel waarover ik lesgeef.

Om maar te zeggen: ik volg dat allemaal wel een beetje. En we hebben niet zonder nadenken beslist dat ons eigen kindje een instagram-account mocht. Want het is natuurlijk heel dubbel: officieel mogen ze pas vanaf 13 jaar. Dat zijn de regels uit de Terms of Service. En volgens de nieuwe richtlijnen in België is het zelfs ook de wet vanaf eind mei.

(Op die nieuwe wet ga ik trouwens later terugkomen. Want het is allemaal nog niet helemaal helder wat het nu precies zal betekenen. Wat wel vaststaat: vanaf 13 jaar heeft uw koter uw toestemming niet meer nodig om een account aan te maken. Hoe het praktisch met jongere kinderen zal zitten: we komen erop terug. Wie een eenduidig antwoord kan geven mag mij trouwens altijd mailen)

Enfin. To the point. Ik ga hier in een ander lettertype een paar stukjes uit mijn cursus van dit academiejaar copypasten en wat meer uitleggen. Misschien helpt het als u ooit eigen beslissingen moet nemen. (more…)

internet

Mijn man kan iets.

Meer dan een half jaar geleden vertelde ik over het youtube-kanaal van mijn man. En over op een bepaald moment gewoon doen waar ge van droomt, en hoe het dan eigenlijk nooit verkeerd kan zijn.

(Of zoals hij het zelf in Winteruur vertelde: J’ai toujours voulu le faire.)

Portret Henk Rijckaert, 2016, Working Class Heroes, Atelier, Gent, Hout, knutselaar, Comedian,

Ondertussen zijn er meer dan 30 afleveringen van De Koterij. Dat betekent dat hij 30 projecten heeft gemaakt, gefilmd, van zelfgeschreven muziek voorzien en online gezet. Elke dinsdag, al 30 weken lang.
Hij kan ondertussen duusd keer beter monteren dan in week 1, en heeft zichzelf geleerd hoe ge vaart en variatie en leutige effecten in zo’n youtubefilmke steekt. Hij ging naar andere mensen hun kot en vatte het plan op om dat binnenkort nog meer te doen. Hij experimenteerde, begon met rubriekjes, maakt nieuwe plannen. En ik bedacht daarnet, toen ik hier op mijn comfortabel plekje aan de zijlijn naar de aflevering van deze week keek: het is precies bijna een tv-programma aan het worden. Maar dan cooler.

Ik ben gigantisch fier dat hij dat allemaal kan en zomaar doet. En ik dacht: ik vertel het nog eens aan de mensen. Aan u dus.

Ik lees elke week ook de comments en ben oprecht content met het engagement van zijn kijkers. Zoveel toffer dan bij tv, waar ge alleen maar kunt raden naar wat iedereen denkt. Mensen geven commentaar en duimpjes, maar ook tips over wat hij nog had kunnen doen. Ze sturen links door naar andere filmpjes en vertellen zelf ervaringen. Meestal snap ik er weinig van, maar het ziet er allemaal leuk uit en de mensen zijn lief. Een warm nestje op het internet, dat is het, die koterij.

Dus: kom er anders ook bij, als dat nog niet zo is. Neem een abonnement (klik hier).

Maak mijn man blij, want hij verdient dat.

internet

Nog altijd Kiva.

Toen ik daarnet 25 van de 29 openstaande dollars in mijn Kiva-wallet aan een nieuw project gaf, bedacht ik dat ik daar nog eens over moest schrijven. Want het is ondertussen al acht jaar geleden dat ik dat deed. En het is ondertussen al bijna tien jaar dat dezelfde 50 dollar al heel veel mensen heeft geholpen. Dus als u eens wat geld te besteden hebt en niet wilt wachten tot de volgende warmste week. Als u iets wilt doen voor andere mensen die ondernemend zijn maar een basiskapitaal ontberen: dit is uw ding.

Kiva is an international nonprofit, founded in 2005 and based in San Francisco, with a mission to connect people through lending to alleviate poverty. We celebrate and support people looking to create a better future for themselves, their families and their communities.

U doneert de eerste keer een bedrag aan Kiva en stopt dit vervolgens in een lening naar keuze. Op de site staan letterlijk honderden mensen die op zoek zijn naar kleine of grote leningen om iets op te bouwen. De zoekcriteria zijn daar heel handig. U kunt kiezen om enkel aan vrouwen te geven, enkel aan een groep mensen, u kunt een land van voorkeur zoeken, of bijvoorbeeld een sector die u aan het hart ligt. Dan leest u de oproepjes, en kiest iets dat u aanspreekt. U geeft een bedrag van minstens 25 dollar, doneert eventueel iets voor de werking van Kiva zelf en hopla vertrokken.

De mensen aan wie u geleend heeft betalen na een tijdje terug, het geld zit weer in uw portefeuille en met dezelfde centjes kunt u weer iemand anders helpen. And repeat to infinity.

Doe het ook eens.

internet

Donc je suis.

Het internet, dat is toch iets raars, denk ik soms zo op een koude maandag. De aanleiding was een stuk dat Kenny schreef. Jonge gast, blogt, is actief op sociale media, dacht de afgelopen dagen (weken?) na, trok conclusies voor zichzelf en deelde die op dezelfde sociale media. Lees zijn stuk over alcoholgebruik even hier.

Ik las het, ik dacht na, en ik zag het vandaag ook gedeeld worden door verschillende mensen. Er komt veel reactie op, op dat stuk, en dat is heel fijn. Een mens kan maar gestimuleerd worden om efkes bij dingen stil te staan. Maar wat me dan weer opviel in de reacties: dat het ook vaak terugkomt dat het een opgestoken vingertje zou zijn. Dat het belerend is. Dat niemand ons de les moet spellen, verdorie.

Terwijl het daar niet om gaat, eigenlijk. En dat ik er bovendien van overtuigd ben dat het absoluut niet zo bedoeld was. Hoopt Kenny dat andere mensen ook gaan nadenken over hetzelfde onderwerp? Ongetwijfeld wel. Een nobel streven, vind ik: nadenken over dingen is redelijk essentieel in het leven. Wil Kenny mensen een geweten schoppen door te schrijven waarover hij zelf nadenkt? Waarschijnlijk. Het is en blijft de essentie van actief zijn op het internet: dat ge ervan overtuigd zijt dat iemand misschien iets heeft aan de dingen die ge schrijft. En dat ge daarom dingen deelt. Anders zwijgt ge gewoon.

Maar zegt Kenny wat iemand anders moet doen in dit stuk, of wat de juiste keuze is voor andere mensen? Absoluut niet. Nergens staat een advies (I checked). Nergens staat een veroordeling (Checked again). Nergens staat een belerend vingertje (again, checked). Er worden geen lessen gespeld, geen wetten gesteld. Er wordt alleen iets verteld. En zo’n persoonlijk relaas afdoen als “ge moet mij niet zeggen wat ik moet doen” dat is eigenlijk moedwillig de discussie en interactie blokkeren. En interpretatie die misschien ook doet nadenken.