Ja!

leutigheid

Ja! kinderspam

Slijm. Uw recept om te scoren bij de youngsters. #vingeraandepols

Ze hebben geweend hé? Uw kinderen? Geef maar toe. Of op zijn minst gevloekt en gezaagd? Ja, ik weet het. Omdat het weer mislukte. Dat is niet tof, iedereen verstaat dat toch. En het ziet er nochtans zo simpel uit op youtube.

En als zij niet geweend hebben, dan misschien gij zelf. Omdat het slijm overal plakte, bijvoorbeeld. Aan uw keuken, uw stoelen, uw tafel. Aan de zetel. In hun haar ook.
Of omdat er nergens nog knutsellijm te vinden was. En ze hadden het nog zo gevraagd om er mee te brengen. Miserie Miserie.

Ik verzin het niet, al het bovenstaande. Het zijn allemaal kerstvakantie-verzuchtingen die ik in mijn directe omgeving kon horen. “Hoe haalt ge slijm uit lang haar?” “Waarom is er in heel Gent geen enkele tube lijm meer te vinden?” en het terugkerende “Heeft iemand een goed recept? DAT WERKT BIJVOORBEELD?”.

Als u kinderen heeft, die ouder zijn dan 5 en jonger dan pakweg 15, dan durf ik er namelijk mijn hand voor in het vuur te steken dat u in de laatste maanden al geconfronteerd bent met het fenomeen. Slijm. Slijm maken. Fluffy slijm maken. Glitterslijm maken. All things slijm: de hype van het moment bij het jonge grut.

Ik hoor de verhalen van ouders die wanhopige pogingen doen en alleen een plakkerige blubber overhouden. Grappige verhalen over de ingrediënten ook, zoals dat van een niet nadergenoemde (*kuch*codenaam schoonzus*kuch*) die in de Delhaize op zoek ging naar linzenvloeistof omdat haar kinderen beweerden dat het dat was wat ze nodig hadden. Linzenvloeistof. Damn you, Zita Wauters met je Brabantse accent.

Er gaan veel recepten de ronde en niet alles werkt zoals het belooft te werken. En nu is die kerstvakantie voorbij en is het weer niet gelukt. Toemme toch.
Treur niet langer. Ik ga u helpen.

Het is namelijk zo dat mijn 8yo nogal vinger-aan-de-pols is. Ze volgt de youtubes op (I wonder why), en het is ondertussen al van vorige lente dat het kind over dat slijm bezig is. Gelukkig is de man ook nogal vinger-aan-de-pols, en volgt hij de youtubes ook een beetje. Hij wist bijgevolg waar hij recepten kon halen, en sinds het voorjaar werd hier duchtig geëxperimenteerd. Met trial-and-error kwamen we tot een werkend recept. In de eindfase van het ontwikkelingsproces heeft ook deze moeder zich gemoeid en werd het recept geperfectioneerd. Voor massaproductie, dat is evident.

Binnen niet-zo-heel-lang is het krokusvakantie. Nog een paar weken en dat geeft u tijd om
a) alle ingrediënten te verzamelen en
b) het recept te leren zonder een meute jengelend jong om u heen.
Krokusvakantie. Schrijf het op, want dan begint uw heldendom. Dan zult ge opeens de beste mama/papa/babysit/nonkel/tante/… van de wereld zijn. Uw populariteit zal door het dak gaan, dankbaarheid en eindelijk van het gezeur af zullen uw deel zijn. Allemaal dankzij slijm.

*** Uw boodschappenlijst ***

1. Borax
Borax is hetgeen wat de andere ingrediënten tot slijm maakt. De meeste recepten hebben het over lenzenvloeistof (met een E. Zie boven), waarin (als u geluk heeft, want niet elke soort heeft het) boorzuur zit, met dezelfde werking. Maar lenzenvloeistof is natuurlijk al een verdunning, en een pak duurder. Dus bestel Borax, of spreek een bevriende chemicus aan. Kies de kleinste verpakking, want u heeft eigenlijk niet zo veel nodig: een koffielepel verdunnen met 250 ml water. En van die verdunning heeft u telkens maar een paar koffielepels nodig (zie verder in het recept). Dus ik stel voor: organiseer u en ga voor een gezamelijke wijkaankoop.
Eens de borax gearriveerd is kan je al een oplossing maken, dan staat dat al klaar en hebt ge geen gedoe met wilde en ongeduldige kinders. 250 ml heet water, een flinke koffielepel borax oplossen. Het goedje bewaar je bijvoorbeeld in een bokaal. Het is lang houdbaar. Ge moogt het niet opdrinken. Dus labelen en veilig bewaren.

2. Knutsellijm
Witte of transparante knutsellijm. In grote hoeveelheden. Zoals deze bijvoorbeeld. Ge moogt die ook niet opdrinken.

3. Voedingskleurstof
Het kleuren kan ook met verf, maar die voedingskleurstof heeft als voordeel: weinig nodig, dus het recept geraakt niet in de war. Ik deed ooit een poging met goudverf, en dat werkte niet. Ik moest te veel gebruiken om effect te hebben, en het slijm mislukte. Voedingskleurstof is courant te vinden in uw supermarkt, of bijvoorbeeld bij Aveve. Opdrinken kan geen kwaad, maar het kleurt wel uw tanden, lippen, tong en dat dat duurt wel een aantal dagen voor ge dat wegkrijgt. #voorugetest.

4. Scheerschuim
Schuim, geen gel… dat is redelijk essentieel. Een wit product volstaat. (niet opdrinken, voor de volledigheid)

5. Attributen
Plastiek potjes voor het mengen, lepels, keukenrol voor plotse slijm-overal-gebeurens. Bokaaltjes of zakjes om het slijm in te bewaren achteraf.
Optioneel: glitters. (ok, ik zeg optioneel, maar we weten allemaal dat dat gelogen is. Slijm met glitters is cooler dan slijm zonder glitters)

*** Het recept ***

– Doe een scheut lijm en een dot scheerschuim in een potje. De verhoudingen zijn ongeveer half om half. Meng goed door elkaar.
– Voeg de kleurstof toe naar believen, en “optionele” glitters. Meng goed door elkaar.
– Laat iemand boraxoplossing (zie boven!) lepelen in je mengsel. Begin met 1 koffielepel, meng, voeg nog eentje toe, enzovoort.
– Op een bepaald moment merk je dat het slijm de juiste consistentie heeft: het blijft niet meer plakken aan de randen van je pot, maar hangt als soort bolleke aan je lepel.

– Haal slijm uit pot en kneed slijm.
KLAAR.

Troubleshooting:
– Als het nog wreed aan uw handen plakt hebt ge niet genoeg borax gedaan daarnet. Je kan nog wat toevoegen, maar dat is wel geklungel en gedoe.
– Als het slijm te stevig is: te veel borax.
– Slijm is niet eetbaar. Maar dat hadt ge al door, vermoedelijk.

Bewaar slijm in afgesloten potje. Hou weg van zetels, stof en haar (ge kent de hashtag al, ondertussen).

Ja!

Over de Koterij en de volgende stap.

Do what you love, love what you do.

Dat avontuur van mijn lief op het internet, dat is nogal wat. Ik vertelde daar al eerder over, hier en hier. 54 afleveringen van de Koterij zijn er ondertussen, en 7600 abonnees.

Maar ondertussen is er meer.
Make in Belgium, bijvoorbeeld, waar bijna 2000 Vlaamse makers van zeer divers pluimage elkaar helpen. Er loopt een Secret Santa, momenteel, en ik vind die zo schoon dat ik er soms wat van gepakt ben.
En mijn man vergadert vaak, de laatste maanden, want hij heeft weer grote plannen. Ik mag daar nog niks over zeggen, maar het wordt allemaal zo cool. You will love it.

Ik ben daar ongelooflijk fier op. Dat hij altijd doet wat hij het liefste doet. Dat hij zo veel energie in al die dingen steekt, gewoon uit liefde voor heel het maker-verhaal. Dat hij altijd zo keihard zichzelf blijft en doet wat hem gelukkig maakt.

Portret Henk Rijckaert, 2016, Working Class Heroes, Atelier, Gent, Hout, knutselaar, Comedian,

Het is constant zoeken en proberen. Beter worden. Experimenteren. Monteren tot een kot in de nacht. Soms vloekend om het koterijgebeuren te combineren met zijn ander werk. Zoeken ook naar wat daar nu eigenlijk het verdienmodel van is. Want we moeten daar eerlijk in zijn: hij is per week 4 of 5 dagen bezig met iets waar hij eigenlijk niks mee verdient. We denken allemaal mee, de mensen rond hem. Workshops geven. Hier en daar iets gesponsord doen. Wat kruimels van youtube, af en toe. En het zien als een soort van idealisme.
De laatste maanden kreeg hij echter steeds meer vraag van kijkers die zeiden: we willen ook iets doen, we willen helpen.
Met schroom en na veel nadenken besloot hij een paar weken geleden om toch eens te kijken naar dat Patreon-gedoe. Omdat de suggestie ondertussen al van zo veel verschillende kanten was gekomen. Patreon is een platform genre kickstarter, waar je mensen die iets maken kunt steunen. Een hedendaagse vorm van mecenaat, zeg maar. Sinds vandaag heeft hij dus een account.

Daarnet had ik hem aan de lijn, en hij was er oprecht van gepakt. Dat er al 15 mensen zich hebben ingeschreven zeg.

Ik moest lachen. Want als er één iets is dat ik heb geleerd dan is het dat oprechtheid altijd wordt beloond, op één of andere manier.

Dus. Als ge u geroepen zoudt voelen: check het eens, die Patreon. Misschien is het iets voor u. En indien niet: nog altijd even welkom, natuurlijk, op dat youtubekanaal.

Ja!

Twee jaren later. Dansen dansen.

Ongeveer twee jaar geleden schreef ik dit. We kwamen uiteindelijk uit op een 400-tal bezwaarschriften.

Twee jaar lang was het stil. En nu opeens staat het in de krant: Extra groen in de Brugse Poort.

“Sogent wordt hierdoor eigenaar van de ‘Meibloemsite’ in de Brugse Poort. Hier kan het stadsontwikkelingsbedrijf een site met buurtgerichte functies en openbaar groen ontwikkelen, in een zeer dichtbebouwde buurt.” Het idee is om van de bowling een buurtplek te maken zoals de Standaert-site in Ledeberg en de Wasserij in Sint-Amandsberg. “We willen zo snel mogelijk gaan naar een tijdelijke invulling, samen met de buurt”, zegt Taeldeman.

Vergeef mij, ik moet even een dansje gaan doen nu.

Ja!

Over achterstand en #GF17.

Dat ik precies wat achterstand heb, zeg.
We zijn hier ondertussen al even terug van een fantastische reis, waarover ik u de komende dagen nog zal vertellen. En ik had eigenlijk van tevoren al het één en ander geschreven daarover, maar ik heb het niet gepubliceerd, want _internet_ ge weet wel. Ook die stukjes komen er nog aan. Nu echter meer actueel: een paar dingen over de Gentse Feesten, want die hebben vandaag hun laatste dag. Ik ben er niet, want zieke dochter in da house, maar ik ben er wel geweest.

1. Nunchi is en blijft één van mijn favorietste plaatsen in Gent. Of ze nu gewoon in hun eigen stek zitten op de Ottogracht, of ze doen – they have to, because all the hip kids are – van pop-up doen: het eten is altijd lekker, en de sfeer is altijd top. Warm aanbevolen, nog steeds.

2. Het nieuwe betaalsysteem op Boomtown is hilarisch. Iets gecompliceerd met een kaart kopen en daar dan geld opzetten en 20 cent voor een beker, maar eerst een refund en dan pas weer de bekers aanrekenen en als ge nog over hebt op het eind dan kunt ge het terugkrijgen en en en. Wachttijden, niemand die het helemaal snapt en als er iets buiten het normale gebeurt: grote paniek. Ik hoorde gelijkaardige dingen over Gent Jazz, en op bijvoorbeeld de voetbal doen ze het ook zo. En elke keer denk ik: Wat is er eigenlijk verkeerd met bancontact?. Die hebben tegenwoordig ook zo’n terminal waar ge gewoon uw kaart over veegt. En iedereen *heeft* al zo’n kaart. Allez, ik bedoel maar: think about it, organisatoren. Of misschien mis ik iets? Iemand?

3. Gent heeft een nieuwe vlasmarkt en het is niet op de vlasmarkt. Maar zwijgt dat. En ge moet het zelf zoeken ook, als ge het nog niet weet.

4. Datakamp was er dit jaar boenk op. Ik hou sowieso wel altijd van de zotte ideeën daar, maar dit jaar heeft me nogal wat voer voor mijn lessen mediawijsheid gegeven. DUS HOERA NIKS MEER VOORBEREIDEN VOOR SEPTEMBER!
For the record: ik heb gestemd voor een levend kuiken. Elke keer. Maar dat konijn, dat had ik in de verhakselaar gestemd.

En? Hoe waren uw feesten?

Ja!

Week 1. #circulatieplan

Ik schreef al op dag 1, maar Rome werd niet gebouwd in één dag, en al helemaal niet geëvalueerd na één dag.
Daarom: de aftermath na 1 week circulatieplan in Gent. Ik zal ook nog schrijven na een maand, heb ik me voorgenomen (remind me!). Want dan wordt het pas echt relevant, aangezien ik — en met mij de helft van Gent — volgende week pas echt aan het werk ga.

Maar goed. Ik reed en bewoog deze week op verschillende manieren door de stad. En ik had daar volledig onwetenschappelijke meningen over, dat is evident.

1. Met de fiets is het heerlijk in de stad. Fietsen is beduidend rustiger en veiliger op de meeste plaatsen, zo blijkt. Alhoewel er wel een moeilijk momentje was met plots stoppende en kaart-starende toeristen aan het Gravensteen. De combinatie met de dochter achterop en de tramsporen zal niet geholpen hebben voor mijn evenwicht, natuurlijk.
De volgende noodzakelijke fase wordt evenwel dat fietsers vanaf nu ook wel keer verkeersregels moeten volgen. Zoals stoppen voor het rood licht aan de nieuwe fietsoversteek aan de Duusdvuren (heet dat daar eigenlijk echt zo?). En bwoah, niet fietsen in de voetgangerszone en al.
Bovendien. Mensen zijn niet glow-in-the-dark van hun eigen, en natuurlijk is dat zoiets als dat smal bekken en groot hoofd: een fout van de evolutie. Maar het is nu zo en we moeten daar dan maar andere oplossingen voor vinden, nietwaar? Zoals bijvoorbeeld EEN LICHT GEBRUIKEN OP UW FIETS ‘S AVONDS.

Ik denk dat wat meer op toezien op al die dingen, het leven voor iedereen veiliger zou maken. Om nog maar te zwijgen van het belang om die perceptie van “ze mogen alles, die fietsers” te keren. Want die is er momenteel, getuige bijvoorbeeld de boze blikken van sommige mensen als ik wel een knip doorfiets en zij niet mogen met hun auto. Dat lachend zwaaien en wijzen is natuurlijk niet zo lief van mij, maar toch.

* Let the record state: dat laatste was een grapje.*

2. U met het openbaar vervoer in Gent verplaatsen is nog steeds vervelend. We gaan daar niet onnozel over doen, het openbaar vervoer in Gent is allesbehalve gericht op de reiziger. We’re talking afgeschafte haltes en belachelijk lange wachttijden, bijvoorbeeld. En ja, ik weet dat het geen bevoegdheid van de stad is, maar vlot openbaar vervoer zou hoog moeten staan in het lijstje “daar gaan we eens keihard over lobbyen”. Werkpuntje.

3. Met de auto ging het deze week euhm verbazingwekkend vlot. Ik reed de stad in en uit op een aantal verschillende tijdstippen, en dat ging elke keer bijzonder gemakkelijk. Zelfs in de spits. Zelfs op de Ring en de R4. Zelfs op de Dampoort. Zotjes. Het is natuurlijk geen wetenschappelijk onderzoek, maar ik heb geen problemen gehad deze week met de auto. Wel een paar keer moeten nadenken hoe ik moest rijden, maar dat is een kwestie van gewoontes. Oh, en toen ze op dinsdag plots de wegmarkeringen op de kleine ring moesten herschilderen, toen was ik even in paniek. Maar de file bleek dus louter daaraan te liggen.

4. Dit weekend was er behoorlijk wat volk in de stad, maar gisteren — toch een vakantiedag en prettig weer — was het bijzonder kalm. Dus ik vermoed dat de middenstanders gelijk hebben dat de mensen minder naar Gent komen, momenteel. De vraag is echter wat daar de oorzaak van is: het feit dat een mens iets meer moet nadenken voor ge naar het centrum vertrekt of het feit dat bepaalde strekkingen al maandenlang in elke gazet bleiten over hoe geïsoleerd Gent zou worden, waarmee ze — ik zeg maar iets — de mensen misschien een beetje bang hebben gemaakt.
Want eerlijk? Als ik de stad niet zou kennen, ik zou ook niet meer naar Gent durven komen nu. Of zoals mijn maat P. het zei, terwijl we een ijsje aten op de kade van de graslei “Ja, mijn collega vroeg mij hoe ze nu naar het rabot moest rijden vanuit Brussel en ik zei gelijk altijd en ze geloofde mij niet”. Al dat hysterisch gedoe in alle kranten, dat is volgens mij de echte oorzaak van dat inkomstenverlies.
Bij deze ook nog eens formeel, mensen van buiten Gent: de stad is bereikbaar. Niet doorkruisbaar, maar wel bereikbaar. En voor zover ik kan inschatten deden jullie dat vroeger ook al: rijden naar een parking en dan te voet verder? Kan nog steeds perfect, trust me. Kom het eens uitproberen.

5. Bron van vrolijkheid hier thuis en bij vrienden deze week, waren de plots herschilderde markeringen op een aantal moeilijke kruispunten, die stuk voor stuk een verbetering blijken. Dampoort: topoplossing, op deze manier. Kruispunt Drongense Steenweg: gigantische verbetering. Thing is. Die kruispunten zijn al zo lang we ons herinneren problematisch. Tientallen jaren al. Hoe komt dat, dat niemand ooit gezegd heeft: weet ge, we kunnen het ook eens anders proberen, hier is een pot verf. Mind. Is. Blown.

6. Tot slot. Ik voel mij momenteel blijkbaar medeverantwoordelijk voor de inkomsten van leuke middenstanders die de laatste maanden een positief verhaal hebben proberen vertellen. Ik doe dus nu mijn boodschappen speciaal bij hen, en ik fiets daar een eind voor rond. Dus ja, als ge niet te veel geneut hebt, dan hebt ge bij deze een klant gewonnen. En ik ben vast niet de enige Gentenaar die zo denkt.