Van een ander

Camps&Dewulf

Ik vind Hugo Camps op de voorpagina van De Morgen soms wat pedant. Hij kan schrijven, dat wel, maar die snoeverige, zelfgenoegzame hooghartigheid irriteert mij bij momenten, als ik nog geen koffie heb gedronken. Neen, dan Bernard Dewulf. Voor mijn ochtendlijke melancholie is hij het meest geschikt. Als het zeven uur is, ik pas aan mijn eerste kop negerzweet toe ben en de het pianomonster zachtjes spint op de vensterbank achter mij, dan is hij mijn favoriete gezelschap. Dan wikkel ik mijn gilet wat strakker om mijn slaperige lijf omdat de chauffage nog moet opwarmen en dan lees ik zijn stukje, soms twee of drie keer na elkaar. Bernard en ik, wij verstaan elkaar als onze dag begint terwijl de wereld nog stil en donker is.

Op andere dagen is Camps dan weer welkom. Zoals gister: ik had een beetje langer geslapen, er was ontbijt in huis en het beloofde een ontspannen dag te worden. Een versgeperst fruitsap en een dubbele senseo verder las ik zijn column en met de zin

Voor De Crem zijn F16’s en oorlogsbodems wat vroeger badeendjes voor een lichtjes gestoord kind waren. Als het maar beweegt.

zit ik nu, meer dan een dag later, nog steeds te luidop lachen. Leve Hugo!