kinderspam

Geen hond, zegt het kind. En het kind heeft altijd gelijk.

Vorig weekend gingen wij heerlijk de eerste lente zoeken in de Bourgoyen. Net als deze week opnieuw, maar het verhaal is van vorige week en iedereen weet dat deze blog niets dan waarheid bevat. Vorige week dus. Een natuurgebied op wandelafstand, ik zou dat echt iedereen aanraden, trouwens. Het is daar schoon, in de natuur en met al die blaadjes die bomen krijgen We waren niet de enigen die op het idee gekomen waren, natuurlijk, en er waren dus een heleboel wandelaars. Veel met honden, ook.

De dochter, die is zot van hondjes, zoals waarschijnlijk ongeveer alle kleine kinders. Omdat ik echter niet van de combinatie hond-peuter moet weten, leren we haar netjes dat ze niet aan honden mag komen, maar vanop een afstand moet zwaaien en “Dag hondje” moet roepen.

(Dat van geen honden in de buurt van mijn kindje willen, heeft trouwens niks met de honden te maken, maar alles met de onvoorspelbaarheid van kinderen. Mijn grootouders, die hadden namelijk de allerbraafste hond ter wereld. Tot hij plots wel bleek te bijten. Kan de hond niks aan doen, hoor, ik zou ook bijten als een kleuter hardhandig een lepel in mijn oor zou rammen. Ik heb veel geluk gehad, die keer, dat mijn oog niet uitgebeten was, zo schijnt. Maar ik besef dus hoe gevaarlijk kinders kunnen zijn, inschattingsgewijs. En hoe instinctief dieren daarop reageren.)

Aniehoew. Wij dus in de Bourgoyen.
Een labrador, mira zwaait en roept “dag hondje!”. Een poedel, mira zwaait en roept “dag hondje!”. Een Duitse scheper, mira zwaait en roept “dag hondje!”.

Een windhond. Mira zwaait. Aarzelt. Denkt na. En roept dan, heel overtuigd: DAG KANGOEROE!

I cannot blame her.