Ja!

Represent 9000.

Drie Marokkaanse jongens met gespierd bovenlijf passeerden ons. We stapten net een berg af, in een vallei met wondermooie watervallen en een klimtocht van twee uur. Mijn papa had zijn elleboog geschaafd, mijn mama hield de hand van de gids vast bij weer een afgrond en de dochter sprong van rots naar rots. In een vorig leven was ze voorzekers een berggeit.

Foto’s van berg, vallei en berggeit volgen nog, maar nu gaat het over de drie jongens. Het waren twintigers, en ze waren gespierd. En toen ze ons passeerden lachte één van hen “Hierzie, Belgen.”

Geen Marokkanen die een paar woorden Nederlands hadden opgescharreld, dat hoorden we direct. “Vanwaar zijt ge?” vroeg één van hen, en het lief antwoordde van Gent.

– Serieus ofwa, wij ook, van De Brugse Poort maat, kent ge da?
– Echt? Wij ook. Meibloemstraat.
– Ojo! Ik woon in de Reinaertstraat. Sejieus. Dat is toch de max: dan woont ge een straat van elkaar en ge komt elkaar tegen op nen berg in den Atlas.

Of hoe een Gentenaar overal een beetje thuis kan zijn.