Year: 2012

werk

Armoede door kinderogen.

Losse flarden uit een studiedag.
– vroeger stond er in de grondwet “het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht”. In de jaren 80 is dit gewijzigd naar “De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht”.
– Kinderen zijn onverdacht. Bij volwassenen kun je eventueel nog vragen stellen bij de oorzaken van armoede, maar kinderen hebben nooit gekozen voor armoede. Ze worden geboren in onze wereld, die draait volgens regels die wij bepaald hebben. (Pinxten)
– De armoedegrens ligt op 878 euro per maand voor een alleenstaande, 2044 euro per maand voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen. Een leefloon is 770,18 euro voor een alleenstaande, 1026 voor een samenwonende met minstens Eén kind ten laste.
– 14,6 % van de Belgen leeft onder de armoedegrens. Bij jongeren is dit 18,5%. Bij kinderen van 0-2 jaar is dat 22%.
– Er is een steeds groter wordende groep werkende armen. Mensen met een job, die net onder of boven de armoedegrens zitten.
– 51% van de Gentse gezinnen zijn alleenstaanden of éénoudergezinnen. (Termont)
– Alleenstaande ouders hebben 35% kans ooit in armoede te verzeilen. (Van Besauw)
– De beter gesitueerde burger moet een bewustzijn krijgen van de verhoudingen en van de veralgemeende precaire situatie van loon- en weddetrekkenden vandaag.
– Gelijke kansen mogen niet als een gunst gezien worden, maar als een rechtvaardigheid. (Van Besauw)
– vzw Huize Triest bood in 2009 overnachting aan 423 kinderen. Zij zijn beschikbaar van maandag- tot donderdagavond. Waar slapen die kinderen op vrijdag, zaterdag en zondag? (Bens)
– Voor kansarmen is “ouder zijn” vaak het enige dat hen een positieve identiteit biedt. Daardoor staan zij minder open om hun kinderen naar kindopvang of school te brengen. (Versnick)
– de stress, de ongezondere omgeving en tekort aan positieve stimuli in een kansarm gezin zorgen voor achterstand die men kan vaststellen in de hersenen.
– Armoede tekent kinderen, en dat dat gradueel en voor het leven.
– Minimaal kan men stellen dat een actie de mensen waarop ze slaat niet dieper in de put mag helpen dan nu het geval is. Dat werd terecht ingebracht tegen het miserabilisme van sommige geldinzamelingsacties. De enige die daarbij met een goed gevoel weg komt is degene die een beetje geld geeft, want hij heeft dan voor even een goed geweten.
– In een tijd waarin het Ik als ultieme beoordelaar, doel een waardemeter wordt voorgesteld, lijkt onze cultuur als enige ooit en als enige ook in de wereld solidariteit als een soort versleten jas van een oude ideologie bij het grof vuil te willen zetten. Dat hebben we niet meer nodig, heet het: het individu is bevrijd en heeft nu eindelijk het recht om helemaal zelf te beslissen wat goed is voor haar of hem alleen. Ik ben geen cultuurpessimist, maar een sociale wetenschapper (…) er bestaat zover we weten geen enkele cultuur die zichzelf gecontinueerd heeft, die NIET een of ander vorm van solidariteit kent. (Pinxten)

Pascal Smet had afgezegd, trouwens. En er was geen vertegenwoordiging van de minister.

kinderspam

Dingen die ze u niet vertellen.

Michel zette op facebook een link naar The 5 most Horrible Things Nobody tells you about babies. Vreselijk moeten lachen, hoewel ik nog niet alles heb meegemaakt (pfiew). Maar varianten wel. Daarom een lijstje.

1. Vroeg of laat gaat ge uw baby bewust pijn moeten doen of ambetantigheid moeten bezorgen, gewoon omdat dat het beste is. Dat doet vreselijk veel zeer aan uw moederhart en het went niet. Nooit.
Toen de dochter heel klein was sukkelde ze vreselijk met haar luchtwegen en oren. Van december (toen ze zes maand was dus) tot april heeft ze constant gehoest, gepuft met cortisone en ging ze van antibioticakuur naar antibioticakuur. We moesten toen haar neus drie keer per dag spoelen met fysiologisch water omdat dat de enige manier was om te voorkomen dat ze nog meer oorontstekingen zou krijgen. Ze haatte dat. Terecht: ik heb het bij mezelf geprobeerd en het is op zijn minst onaangenaam. De kleine schreeuwde de hele Gentse rand bij elkaar en iedere (ja, iedere) keer weer ging ik een beetje dood van medelijden.
Nog erger: op een bepaald moment suggereerde de kinderarts kine voor de luchtwegen. Dat betekende minder medicatie en had heel goede resultaten. We zijn dat dan ook blijven doen, twee maand lang, vier keer per week, maar ik ga nooit vergeten hoe erg dat was. Mira haatte de kine met een koppigheid die haar latere peuterkarakter al voorspelde. Ze zette haar keel open toen we nog maar binnenkwamen en huilde tot we buitengingen. Een half uur lang, met tranen. Met tranen is het ergste, dat weet iedere ouder, want dan is het echt verdriet. Het lief is een paar keer geweest, maar kon het echt niet aanzien. Ik heb doorgezet, en ben blij dat ik het gedaan heb, want het hielp ongelooflijk goed. Maar het zijn nog steeds littekens op mijn moederziel die venijnig trekken als ik aan haar gekrijs van toen denk.

2. Kinders kunnen alles rapper dan ge het verwacht. Ze kunnen opeens uit hun bed. Opeens alleen de trap op. Opeens de deur opendoen. Opeens het mes van het aanrecht nemen.
Consequentie: vroeg of laat doet uw kind zichzelf pijn. En denkt ge dat het uw schuld is, omdat ge onvoorzichtig zijt. Dat is het ook, maar het gebeurt vroeg of laat en ge kunt alleen maar hopen dat het niet te erg is.
Toen Mira een paar maand oud was kon ze al een klein beetje rollen. Niet vlotjes. Dacht ik. Tot ze in het midden van het grote bed lag, ik me omdraaide om een T-shirt uit de kast te nemen en ze opeens op de grond lag.

3. Kinders prusten aan alles en maken zo dingen kapot. Om maar iets te noemen: als ge kleingeld stopt in de stekker waar de gps in moet, dan geeft dat kortsluiting en is dat kapot. En dat is in allebei de auto’s zo, ja. Materiaal is vervangbaar, maar vervelend is het wel.
Ge moet wel een beetje opletten met kleine dingen en de neiging om die in de mond te laten verdwijnen, ook. Niet alleen bij kleine baby’s, ook bij grotere kinders. Getuige de dochter die zich vorige week opeens in een haarspeld verslikte.

4. Kinders zijn soms genant, zelfs als ge niet snel gegeneerd zijt. Krijsen in de supermarkt, tegen de onthaalmoeder zeggen “draai u keer om, ik wil een foto nemen maar ik zie uw tetjes niet”: het doet mij allemaal niks. Maar vorige week op het nieuwjaarsfamiliefeest, toen ze antwoordde op de vraag “is je papa gaan werken”: “papa is thuis, hij wilde alleen zijn”, toen bloosde ik toch even. Vooral omdat hij dus echt gaan werken was.

5. Vroeg of laat belt ge het antigifcentrum. Bij ons was dat omdat we het tubeke zuurstofwater (voor het loopoor) en het tubeke fysiologisch water (voor de neusspoeling) door elkaar hadden gehaald. Ooit al eens de neus van een kind gespoeld met zuurstofwater? Dat bruist. En doet pijn.
(Geen erg, zeiden ze daar trouwens, alleen wat ambetant maar niet dodelijk. Wel heel slecht voor mijn moederzekerheid, dat dan weer wel.)

internet

Over #wunch en #wijvenweek.

Dus. Gisteren deden wij van #wunch. Enfin, wij gingen een pasta eten in één van mijn favoriete Italiaanse restaurants met een handvol vrouwen die elkaar kennen van de blogs, het interwebs, de facebooks, twitters en instagrams van deze wereld. Allez, behalve Lien, die ken ik natuurlijk al van in onze post-puberteit op een uniformschool.

Er werd van tevoren unaniem besloten dat we wel een hashtag konden gebruiken, hipperds dat we zijn. #wunch. Met de W van Wijf Want iedereen Weet sinds 2008 dat Wijf een titel is om trots op te zijn. Details bij haar, of bij de dame die geen wench is. En de journaliste, die noteerde quotes. Natuurlijk.

Verbazend is dat, hoe je met mensen de je eigenlijk voornamelijk online kent, zo vlot een middag wegbabbelt en -lacht. Er volgt ongetwijfeld meer, en werd zelfs een idee op tafel gegooid.

#wunch1
(foto Ysabje)

Daarvan gesproken. Wat denkt u eigenlijk van de hashtag #wijvenweek?

eten

Finetuning.

Pasta met spruitjes. Lekker. Ge moet het recept niet hebben, veronderstel ik?

Als u zou kijken over welk eten ik de laatste maanden schreef, dan denkt u vast dat wij hier alleen pompoenen eten. Maar dat is niet zo: ten eerste is mijn deelname in deze standvastige en langdurige verloving (nog steeds geen ring, mensen. Na ZES maand. U mag hem daar ook eens op wijzen, ja.) dat ik dagdagelijks gevarieerd voedsel voorzie, en ten tweede is het seizoen van de pompoenen voorbij.
Het is winter, en in de winter eten wij spruitjes, zoals iedereen. Ik maakte daar al eens pasta mee, een jaar geleden, maar het recept had wat finetuning nodig. Exit de blauwe kaas, wegens te dominant. Enter de paprika, voor uw frisse tonen. En de pijnboompitten, voor de crunch. Ik wacht geduldig op mijn eerste Michelin-ster, maar ondertussen krijgt u alvast het recept.

Kuis de spruiten: vuile blaadjes weg, steeltje eraf, kruis in de poep. Dat is veel werk, maar als u kinders heeft, aarzel niet om ze in te schakelen. Daarvoor heeft u ze namelijk gemaakt. Die van mij is nog wat klein voor messen (hoewel hij zou durven beweren van niet), maar ze kan wel al de buitenste blaadjes wegpeuteren. En spoelen. En de vuiligheid opruimen.
De spruiten (ik gebruikte een halve kilo, maar wij zijn nogal aan groensel hier thuis) kookt u vervolgens een kleine minuten, en vist u daarna uit het water. Laat uitlekken in een vergiet, maar hou het water, want daar kookt u subiet de pasta in. Leve het milieu!
Rooster ondertussen pijnboompitten in een droge pan of wok. Hou apart.

Spekjes en een ajuintje, fijngesneden in de wok gooien met een klein beetje olijfolie. Die spekjes zijn niet echt nodig, maar mijn verloofde heeft af en toe graag wat vlees. En ik heb mijn verloofde graag, ondanks de afwezigheid van de ring (of had ik dat al gezegd?).
Even laten aanbakken en na een paar minuten een fijn gesneden paprika erbij. Kruiden met peper en zout. Laat alles wat glazig en gaar worden, en snij ondertussen de spruiten in schijfjes. Kook ook de pasta. Bak de spruiten een vijftal minuten mee met de paprika/ui/spekjes, en pers een teentje look uit. Als alles gaar is, voegt u een doosje room toe, en laat nog even koken. Afkruiden met peper en zout.

Voeg de pasta toe, meng alles en bestrooi met de pijnboompitten. Serveer met een grof geraspte harde kaas (parmezan, gran padano).

kinderspam projecten

Potjes. For real.

*moederkespost, mensen. u bent verwittigd.*

Er u een gedacht van maken, zo heet dat geloof ik.

Ze zit op haar pot, met naast haar een hondjeslamp die twee weken geleden nog een kerstpakske was, maar nu gewoon een hondjeslamp is. Ze bladert in een boek en ik hoor haar mompelen tegen de kikker in het boek dat ze een sticker gaat plakken, en misschien een snoep krijgt.

Drie minuten later ruikt de woonkamer naar toilet, maar dat is niet erg. Ik prijs en loof, ik geef stickers aan — één voor de number one, één voor de number two — en we ontdekken samen dat die laatste goed is voor een snoep. We tellen hoeveel hokjes er nog zijn voor het eerste cadeautje. Ik ben fier.

potjesproject.

Fier op haar, maar ook op mezelf, omdat het leven met een peuter die — ik wik, ik weeg, ik besluit tot eufemisme — de wereld al eens om haar vinger durft te draaien, soms dat soort creativiteit vereist waarvan ik niet wist dat ik het in me had.

Maanden geleden was ze goed bezig, met dat potjesgedoe. Al maanden doet ze plasjes en de rest op potten. Als het haar uitkomt. Lees: als ze niet te lui of te humeurig is, of te veel bezig met spelen. En als ze het gemak van een pamper en de bijhorende pampering door ons even vergeet.

Voor de wintervakantie deed ze vier dagen zonder luier, op de babyfabriek. Jammer genoeg plaste ze wel in haar broek in de auto naar huis, maar dat zijn details. Vuile details met veel opkuiswerk, maar toch: details.

In de vakantie slabakte het plots, bij haar en eerlijkheidshalve ook bij ons: zij wilde niet meer, ik wilde haar niet forceren (ja, ik ben soms een hippie, kweet), er waren veel uitstappen en daar komt onze gemakzucht dan wat boven. Zo’n pamper is in deze fase net iets minder organisatie dan natte broeken. Sew me.

Sinds deze week is er echter een duidelijke terugval in haar hoofd. Ze vertelt zo’n tien keer per dag dat ze klein is. Een klein meisje. Een baby. Ze wil niet groot zijn. Her words.
In de creche weigerde ze resoluut de pot en vroeg uitdrukkelijk om een pamper, om dan tien minuten later te zeggen “ik heb kaka gedaan, nu moet ik een verse pamper”. S. zegt dat ze eigenlijk gewoon zindelijk is, maar dat de juffrouw merkt dat pampers gemakkelijker zijn en dat ze extra aandacht krijgt op die manier. En aandacht: a good thing, ge kent dat wel. Did you meet my boyfriend?

Enfin. Op weg naar huis gisteren heb ik er mij een gedacht van gemaakt. De pamper blijft uit overdag, vanaf nu. Altijd. En kijk: het staat op het internet, dus het is zekers waar.

In de living hebben de dochter en ik een toilethoekje ingericht. Met een lamp, boeken, een pot en een spaarkaart die we gisteren samen zelf hebben gemaakt. Deze ochtend heeft ze het systeem uitgebreid uitgelegd aan haar vader, dus we zijn hier allemaal helegans mee met het concept.

En blinken dat ze doet, momenteel. Ze heeft vandaag nog niet naar een pamper gevraagd, en de pot is haar vriend. Hopelijk kunnen we binnen een paar weken de baby-fase echt afsluiten.

Overdag, that is, aan de nacht ga ik voorlopig nog niet denken. Ik ben voorlopig te gehecht aan mijn nachten om beddengoed te verversen.